Voorheen steenweg naar Geluwe. Westelijke invalsweg met overwegend recht tracé; in feite hoofdstraat aansluitend bij de Plaats.
Overwegend lintbebouwing met burger- en arbeiderswoningen, dichter bij de dorpskom ook handelshuizen met poort en laadvensters onder meer nummers 26, 45, 53 en 59-61; naar het straatuiteinde overgaand in losstaande hoevebouw. Eenvoudige wederopbouwarchitectuur met voornamelijk breedhuizen van twee bouwlagen onder pannen zadeldaken; veel aanpassingen onder meer nieuw gevelparement: nummers 4, 43, 47,53, 59.
Vroeger vestigingsplaats van het tramstation; spoorlijn aangelegd in 1892 en verdwenen in 1952. Nummer 20, plaatselijk oorlogsmuseum. Aan het kruispunt Oliekot- Geluwestraat blikvangende barokke kapel en gemeentelijke begraafplaats; kerkhof vermoedelijk verplaatst met de bouw van de nieuwe kerk (zie kadastraal plan van 1809); geometrisch aangelegde begraafplaats met centraal pad naar de neogotische kapel; bakstenen gebouw op rechthoekig grondplan; interieur met Calvariekruis (twaalfde statie van de zogenaamd "Grote ommegang") en herdenkingsplaten voor de pastoors van Dadizele.
Verderop het oude gehucht Kadorre geconcentreerd rond de voormalige vlasfabriek, thans houtzagerij.
Bron: DE GUNSCH A., METDEPENNINGHEN C., TANSENS A. & VANNESTE P. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Roeselare, Kanton Roeselare, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 17n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs: De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline; Tansens, Annick; Vanneste, Pol
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)