Landelijke straat met een kronkelend tracé, vanaf de Koekelarestraat, loopt verder in de Ruidenbergstraat. Het tracé van de weg is als dusdanig reeds aangegeven op de Ferrariskaart (1770-1778), op dat moment nog bosrijke omgeving met aan de oostzijde de zogenaamde "Gensche Bosschen". De wijk "Nachtegaelhoek" en de herberg "Nachtegael" zijn reeds aangeduid op de Atlas der Buurtwegen (circa 1844), echter nog niet de straatnaam. Na de Eerste Wereldoorlog vervalt de functie van verbindingsweg naar Koekelare en wordt de weg versmald. Voor de Eerste Wereldoorlog was de weg afgezoomd met beuken. Deze worden na de oorlog niet heraangeplant.

De hoeve op nummer 4, zogenaamd " 'T GOED TER LOO" zie houten naambord, gaat terug op een historische hoevesite. Op vandaag eenvoudig bakstenen huis onder pannen zadeldak, van 1933 zie jaarsteen; de dito dwarsschuur onder zadeldak (rode Vlaamse pannen) is vermoedelijk 19de-eeuws. De hoevebenaming gaat terug op " ' t Goed ter Loo" met vermelding in 1626: "Een leengoed te Cotemarck (…) onder de vierschaar van Peereboom". In 1785 is er sprake van een "hofstede met motte, wal, synghelen en diversche partijen van lande".