Lange landelijke straat met een gebogen, kronkelend, ongeveer halfcirkelvormig tracé vanaf de Gitsstraat (noordoosten) tot aan de Ieperstraat (zuidwesten). In 1680 is er sprake van een "busch commende Mette westsyde inden ouden seewegh". In het "Manschepe bouck van de heerlijkheid Wijnendale" van 1774 is de straat aangeduid als "den ouden zeewegh". Op de Atlas der Buurtwegen (circa 1844) aangeduid als "Oude Zeedijk". Vanaf 1912, "Oude Zeedyckstraet". Deze benamingen verwijzen naar de periode van de zeedoorbraken (4de eeuw tot circa 800), zie overstromingen van de Kreke(l)beek-Spanjaardsbeek. Ook de oude hoevebenaming "Sprincwalle" (vermelding in het "Manschepe bouck" van 1774) verwijst mogelijk naar de zeedoorbraken.
Landelijk gebied met weiden deels nog met knotbomen; vallei van de Grijsperrebeek. Nummer 9: verbouwde hoeve zogenaamd "Ogierlande" (zie houten naambord) als verwijzing naar heerlijkheid op grondgebied Gits (Hooglede) tijdens het ancien régime, het bakstenen nutsgebouw onder pannen zadeldak bewaart in de zijgevel een beglaasd heiligennisje met in baksteen uitgewerkt kruisje.
Bron: BAERT S. & VANNESTE P. in samenwerking met CREYF S., DEVOOGHT K., GHERARDTS F. & MOEYKENS S. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Kortemark, Deel I: Deelgemeenten Kortemark en Handzame, Deel II: Deelgemeenten Werken en Zarren, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL40, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanneste, Pol; Baert, Sofie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)