Eertijds zogenaamd "Karnemelkstraat". Zuidelijke verlenging van de Kokstraat; na de eerste wereldoorlog recht doorgetrokken in zuidelijke richting over het kruispunt van Willem Deroolaan met Canadalaan die het tracé van de de voormalige vestigingsmuur volgen. Geasfalteerde straat met gekasseide zijstroken en voetpaden. Westelijke straatzijde met inspringende rooilijn links van nummer 41.
Straatbeeld bepaald door vrij homogene wederopbouwarchitectuur met burgerhuizen van twee à drie traveeën en twee à drie bouwlagen onder meer boven kelderverdieping (nummer 9, 11), onder zadel- of mansardedak, grosso modo uit het begin van de jaren 1920.
Breedhuizen, uitgezonderd diephuis onder geknikt en overstekend zadeldak (nummer 19). Hoekhuizen met afgeschuinde hoektravee, behalve nummer 2 met rechts zijtuitgevel uitziend op Kerkstraat en gemarkeerd door Onze-Lieve-Vrouwebeeld op console. Eclectische gevelwanden voornamelijk geïnspireerd op de gotiek en de regionale Vlaamse-renaissancestijl. Enkele opvallende decoratieve gevelelementen van baksteen (nummer 38, 40, 41), en gevelbekledingen van witgeglazuurde tegels soms verlevendigd met soortgelijke band en kruismotief (nummer 7-7a, 24, 32, 34, 36). Faïencetegeltableau met art-nouveau-inslag boven deur van nummer 30. Verspringende hoogtelijn door dakvensters, onder meer gemarkeerd door pseudo-aediculavenster met siervlechtingen in het boogveld (nummer 9, 11). Zogenaamd Brugse travee (nummer 1, 2, 5, 21, 37), onder meer met opengewerkte niskop door middel van spitsbogig drielicht (nummer 37).
Voorts, veelal rechthoekige muuropeningen met boogveld. Bovenverdieping van nummer 9 en nummer 11 met verdiept driezijdig drielicht onder houten kroonlijst op klossen. Enkele geaccentueerde deuren met luifeltje rustend op houten consoles (nummer 30, 37). winkelpui onder ijzeren I-profiel met rozetvormige bevestigingsbouten (nummer 7-7a). Enkele gewijzigde begane gronden (nummer 10, 12, 24) en woningen met vernieuwde gevel (nummer 2, 22).