Landelijke weg die loopt op de voormalige Blankenbergse Dijk en daarnaar is vernoemd. Doorkruist Zuienkerke van noord naar zuid en deelt het grondgebied grosso modo in twee helften; loopt net ten oosten van de dorpskern. De straat stopt aan de Blauwe Torenstraat, maar het tracé van de dijk loopt verder via de erfoprit van de "Blauwe Torenhoeve" (nummer 2).
Eind 10de-begin 11de eeuw werden de duinen op twee plaatsen doorbroken door zeeoverstromingen, langs de IJzer en de Sincfal. De bewoonde gebieden trachtte men tegen deze bedreiging te beschermen door de bouw van dijken: de Oude Zeedijk en de Zidelinge sloten het overstromingsgebied van de IJzer af; tegen het overstromingsgevaar vanuit de Sincfal werd circa 1000 van Brugge tot het huidige Blankenberge de "Gentele" opgeworpen, later de Blankenbergse Dijk genoemd. Deze dijk werd in latere eeuwen volledig afgegraven, maar de basis ervan is nog steeds goed merkbaar: over bijna de hele lengte Sint-Pieters - Zuienkerke - Sint-Jan - Uitkerke ligt naast de weg een smal perceel (circa 25 meter breed), dat samen met de weg overeenkomt met de vroegere dijkbasis.
Gedurende eeuwen fungeerde de Gentele, een aarden weg, als de belangrijkste verkeersweg tussen Blankenberge en Brugge. Pas in 1723 wordt die functie door de verharde Blankenbergse Steenweg overgenomen. Pas in 1925 wordt het noordelijke deel van de Blankenbergse Dijk gekasseid, in 1928 volgt het zuidelijke deel tot aan de Schoeringedreef.
De bebouwing langs de Blankenbergse Dijk bestaat uit enkele hoeves met hele oude kern, die in 1690 al vermeld worden en die zelfs op de kaart van P. Pourbus van 1561-1571 zijn aangeduid, maar ondertussen in mindere of meerdere mate verbouwd, zoals nummer 2, hoeve "De Blauwe Toren", met een volledig nieuwe boerenwoning; nummer 17, "Het Thiendehof", eerste vermelding in 1598, sinds 1975 niet meer in bedrijf en ondertussen sterk verbouwd; hoeve "De Steene Poorte", aldus vermeld op de Ferrariskaart (1770-1778), maar nu vervangen door de villa "De Helle"; tenslotte, met een vroegste vermelding van 1554, het "Leekhof", historische naam "Lechuut", een hoeve van het langgeveltype waarvan de muuropeningen zijn veranderd.
Bij het kruispunt met de Nieuwe Steenweg, aansluitend bij de dorpskern, is de bebouwing dichter: losstaande woningen uit de 20ste eeuw, zoals nummer 15, waarvan de naam "'t Molenhuis" verwijst naar de Dorpsmolen die sinds de 15de eeuw tot 1946 op die plaats maalde, net ten noorden van het dorp. Tussen de Dorpsmolen en het Hof Cleyhem was vanaf de 17de eeuw het "schuttershof", het perceel waar de Sint-Sebastiaangilde zijn staande wip had opgesteld; aangeduid op de Ferrariskaart (1770-1778). Op de Blankenbergse Dijk bevonden zich tot in de eerste helft van de 20ste eeuw enkele smidsen, waarvan de sporen nu zijn verdwenen.
Bron: CALLAERT G. & HOOFT E. met medewerking van SNAUWAERT L. 2002: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Zuienkerke en deelgemeenten Houthave, Meetkerke en Nieuwmunster, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL13, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Hooft, Elise; Callaert, Gonda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Dorpswoningen
Omvat
Hof ter Rye
Omvat
Windmolen De Brauwere
Is deel van
Zuienkerke
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Blankenbergse Dijk Noord [online], https://id.erfgoed.net/themas/12994 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.