Straat met een doodlopend, haaks tracé, ten westen aansluitend op de Stadenstraat. De straat vormt de kern van het gehucht "Koordhoek", dat ten westen begrensd wordt door de vallei van de Zarrenbeek. Een wegel vanuit de Esenstraat en één vanuit de Molenstraat over de Zarrenbeek geven ook toegang tot de straat. Het gehucht is als dusdanig reeds aangeduid op de Ferrariskaart (1770-1778).
Vanaf de schoolstrijd in 1879 openen de Zusters van Liefde van Heule van de katholieke meisjesschool (de "plaetseschool" bij de kerk) ook een katholieke jongensschool in een nieuwbouw op het gehucht "Koordhoek". In 1894 wordt deze vrije jongensschool opgeheven. De gebouwen ervan worden tot 1898 gebruikt als gemeentelijke 'bewaarschool'.

De smalle straat wordt gekenmerkt door lage arbeidershuizen uit het eerste kwart van de 20ste eeuw, en door nieuwbouw uit de tweede helft van de 20ste eeuw. De oudste bebouwing bestaat zowel uit diephuizen als breedhuizen. Nr. 5: geelbakstenen diephuisje onder overkragend pannen zadeldak, rechthoekige muuropningen onder latei van granito, bewaard houtwerk van het bovenvenster. Nrs. 9-11: samenstel van lage roodbakstenen breedhuizen ca. 1900 gebouwd en niet vernield tijdens de Eerste Wereldoorlog, wel wordt het dak in het eerste kwart van de 20ste eeuw verhoogd tot een mansardedak (pannen en leien met geometrisch motief voor het mansardegedeelte). Nr. 9 heeft gewijzigde muuropningen, nr. 11 bewaardt zijn getoogde muuropeningen, maar is gevat onder een nieuwe dakstructuur. Beeldbepalend in het straatbeeld is de elektriciteitscabine van 1927 (cf. Koordhoekstraat z.nr.)