Rechthoekig plein in het zuidelijke gedeelte van het gemeentecentrum, grenzend aan de Kapelle-, Drap-, Noord-, Veld-, Damput- en Hospitaalstraat en de Guido Gezellelaan. Oud toponiem ontleend aan het "Capelleken van tweebruggen", zoals genoteerd in de "Ommelooper & Terrier ofte Landt & Caerteboek (...)" van 1772-1776, dat zich op de noordhoek van het plein bevindt. Volgens de overlevering verwijzend naar twee bruggentjes die er zouden geweest zijn om de straat over te steken.
Aanvankelijk buiten de dorpskom gelegen onbebouwd terrein dat in navolging van het KB van 22 augustus 1827 door het gemeentebestuur werd aangekocht om een nieuwe gemeentelijke begraafplaats aan te leggen ter vervanging van het deels ontruimde kerkhof rond de kerk. Nieuwe dodenakker omheind in 1833, vergroot in 1848 en volledig ommuurd in 1865. Begraafplaats in gebruik tot en met de aanleg van een nieuwe, grotere en drogere rustplaats aan de Driegotenkouterstraat in 1896. Na overbrenging van praalgraven, Twee Bruggen in 1912 herbestemd als plein. Volgens gemeenteraadsbeslissing van 27 maart 1912 mocht het terrein niet ontgraven worden, waardoor er nog steeds een hoogteverschil is. Eind de jaren 1960 plein verhard en gebruikt als parkeerplaats. Circa 1997 heraangelegd.
Noordelijke en oostelijke pleinwand volgen deels een oud straattracé. De andere straten werden aangelegd op oude wegels tijdens het interbellum en sinds de jaren 1952. De oudste bebouwing uit het begin van de 20ste eeuw situeert zich aan de noordzijde. Het hoekpand Tweebruggenplein nummers 9, 11,13 / Noordstraat nummer 1 met afgeschuinde hoektravee, puntgeveltje en opschrift "JAAR 1907" is gebouwd op de plaats van de verdwenen stenen korenwindmolen "Capellemeulen" of "Marima(n)smolen". Deze molen, in het begin van de 19de eeuw eigendom van molenaar Jacob-Francies Mariman en na 1860 van de families Vertongen-Seghers, werd in 1907 afgebroken.
De overige bebouwing aan het plein dateert uit het interbellum en later, is kleinschalig, overwegend van twee bouwlagen en weinig kwalitatief. Als vanouds zijn er nog steeds veel herbergen rondom het plein.
- DE RIJCKE E., Memento Mori. Kerkhoven en begraafplaatsen van Groot-Hamme, in Bijdragen tot de geschiedenis van het kanton Hamme, Jaarboek IV b, 1996, p. 14-21.
- DE RIJCKE E., Memento Mori. Kerkhoven en begraafplaatsen van Groot-Hamme. Deel 2, in Bijdragen tot de geschiedenis van het kanton Hamme, Jaarboek VII, 1999, p. 46-47, 55.
- Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oostvlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster, Eerste aflevering de arrondissementen Aalst en Dendermonde, in Kultureel Jaarboek voor de provincie Oostvlaanderen 1960, Gent, 1962, p. 129-130.