Korte straat met gebogen tracé en een dalend verloop die de Hulstemolenstraat verbindt met de Rijksweg. In 17de- en 18de-eeuwse bronnen wordt de straat "hemelryckstraetjen" of "d'hemeryckstraete" genoemd, zogenaamd naar de gelijknamige heerlijkheid en herberg die zich rond het zuidelijk deel van de Manpadstraat bevond en al wordt vermeld in 1502. Op de Atlas der Buurtwegen (1847) maakt de weg deel uit van het tracé van "den Steenweg", omschreven als "chemin pavé de Lendelede à Hulste". Later in de 19de eeuw komt de weg voor als een stuk van de "Hulstestraat", thans nog enkel bedoeld voor het straatdeel aan de overkant van de Rijksweg. Vanaf 1978 is de huidige straatnaam in voege.
Nabij het kruispunt met de huidige Rijksweg ligt eertijds de herberg en hoeve "de Lelie", die zich langsheen de heerweg Brugge-Kortrijk situeerde. De herberg wordt reeds vermeld in de 16de eeuw en na verwoesting heropgebouwd in 1626 of 1627. Afgebeeld op de kaart bij het tiendenboek van de Sint-Maartensabdij (circa 1645). De herberg wordt in andere bronnen ook soms "de Drooghte" (1632) en "de Wandeling" (1630) genoemd. In de 18de eeuw wordt de herberg niet meer vermeld en ook niet meer aangeduid op cartografisch materiaal, zie niet voorkomen op de kaart van de heerlijkheid van Schardauwe (1724). Op de plek wordt verder een hoeve uitgebaat die wordt afgebroken in 1995. In de 20ste eeuw komt het toponiem "Leliehoek" nog steeds voor, zie kadastrale mutatieschetsen. Het kruispunt met de Hulstemolenstraat wordt "De Hoogte" genoemd (zie Hulstemolenstraat).
Op de Ferrariskaart (1770-1778) wordt in de straat reeds verspreide bebouwing weergegeven, onder meer een hoeve van drie losse volumes ter hoogte van huidig nummer 6 en enkele woningen ter hoogte van nummers 17-21. Op de hoek met de Hulstemolenstraat wordt een kapel aangeduid.
Voornamelijk woonfunctie. In het noordelijke straatdeel bakstenen eenlaagsbouw uit het eerste kwart van de 20ste eeuw, onder meer nummer 5: vier traveeën en recente garage onder nieuw zadeldak, met muizentandfries onderbroken door spitsbogige kapelnis in zwarte baksteentjes met beeld Sint-Antonius, gewijzigde muuropeningen onder betonlateien met nieuw schrijnwerk. Nummer 7, gebouwd circa 1913, drie traveeën onder zadeldak in zwartgeglazuurde mechanische pannen, nieuwe gootlijst, sierankers, gebruik van witte baksteen voor banden en accentuering in ontlastingsbogen, getoogde muuropeningen met nieuw schrijnwerk.
Rond 1928 worden aan de westzijde van de straat zeven nieuwe werkmanswoningen opgetrokken voor verschillende kleine eigenaars, eenheidsbebouwing van enkelhuizen in clusters van gesloten en halfopen bebouwing. Variërende nokhoogtes, rooilijn en gevelafwerking. Onder meer bij nummers 12-14 nog tekenen van authenticiteit. Met bewaarde schuiframen op de begane grond, roodbakstenen gevels met gele baksteenbanden.
Op de plaats van nummers 23-25 laat landbouwer Pieter Glorieux-Dufour in 1906 een cichoreiast bouwen langsheen de straat. In 1930 wordt op de plaats van de ast een samenstel van twee woningen opgetrokken. Roodbakstenen straatgevel, zadeldak in zwartgeglazuurde mechanische pannen. Nieuwe gootlijst, getoogde muuropeningen, natuurstenen dorpels. Bewaarde T-ramen bij nummer 23.
Bron: SANTY P. & DEVOOGHT K. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Lendelede, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL41, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Santy, Pieter; Devooght, Kristien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Lendelede
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Harelbeeksestraat [online], https://id.erfgoed.net/themas/13119 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.