Landelijke weg met geknikt verloop, gelegen in het oosten van de gemeente, loopt vanaf de Rijksweg in het zuiden tot de grens met Ingelmunster in het noorden. De straat wordt in Ingelmunster verdergezet onder de naam "Hemelrijkstraat". Oudste vermelding in 1527 als "Manpade strate" of voetweg. De straat loopt quasi evenwijdig met de Heirweg, die deel uitmaakte van de oude middeleeuwse verbinding tussen Brugge en Kortrijk. Was wellicht door de lokale bevolking in gebruik als alternatieve route om het verkeer langs de drukkere Heirweg te omzeilen. Mogelijk vormt de Manpadstraat de eerste bedding van de heirweg Kortrijk-Brugge, de huidige Heirweg zou dan pas later ontstaan zijn. Het noordelijk deel werd soms ook "Ampstratien" genoemd, zie kaart renteboek Tollenaers (1732): "Het Manpad ofte Ampstratien". Op kaart van de heerlijkheid Hoogendoorne (1747) omschreven als "Chemin du d'Hemeryck". "'t Hemelryck" was een gehucht, heerlijkheid en herberg die zich rond het zuidelijk deel van de Manpadstraat bevond en al wordt vermeld in 1502. Een restant was de hoeve "den Leeuw", gelegen op het kruispunt van de Hulstemolenstraat en de Heirweg. In 1847 (Atlas der Buurtwegen) wordt de straat "Manputstraet" genoemd, verwijzend naar de "Manneput", een stuk land gelegen langs de Heirweg.
In de Manpadstraat bevond zich eertijds het rentehuis van de heerlijkheid "ten Hooghendoorne", een achterleen van de heerlijkheid Willecomme te Tielt, waarvan de gronden zich onder meer uitstrekten ten noorden van de Rozebeeksestraat langs de westkant van de straat.
In het eerste decennium van de 20ste eeuw wordt de straat verhard met grind.
De straat telt, blijkens enkele kaarten uit 18de-eeuwse renteboeken (de Ferrariskaart geeft voor dit gebied geen accurate weergave), reeds enkele hoeves in die periode, onder meer nummer 23 (zie verder). Ook ter hoogte van de cluster woningen met nummers 13 tot 21 is reeds in de 18de eeuw bebouwing aanwezig, zie kaart heerlijkheid Hoogendoorne (1747) en Cleen Diestvelt (1778). Aan oostzijde van de straat waren tijdens de 18de en de 19de (Popp-kaart) eeuw een paar alleenstaande volumes aanwezig ten noorden van de Rozebeeksestraat.
De basisbebouwing wordt tijdens het eerste kwart van de 20ste eeuw aangevuld met enkele eenvoudige woningen waarvan de meeste thans ingrijpend verbouwd. In de tweede helft van de 20ste eeuw worden enkele vrijstaande woningen in tuin bijgebouwd.
- Rijksarchief Gent, Familiefonds, nr. 1268: Renteboek van de heerlijkheid Cleen Diestvelt, 1778.
- Rijksarchief Gent, Kaarten en Plans, nr. 1072: Heerlijkheid Hoogendoorne, door François de Bal, gezworen landmeter van Kortrijk, 1747.
- Rijksarchief Kortrijk, Aanwinsten, VI, nr. 6673: Renteboek Tollenaers, 1732.
- DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het land van den Hoek, de Guines en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, Deel X, Brugge, 1930, kolom 67.
- DELAERE J., 75 Lendeleedse straatnamen, in Lethae, nr. 14, 1995, p. 24.
- DELAERE J., Geschiedenis van Lendelede tot 2000, Kortrijk, 2000, p. 123-124, 308, 346, 426, 517, 536, 553.