Gemeente van 943 hectare en 4.965 inwoners, gelegen aan de Steenweg Aalst-Vilvoorde. Benevens enige fabrieksnijverheid en hoofdzakelijk kleine landbouwbedrijven biedt Moorsel woonfunctie aan pendelaars. Voor het eerst vermeld in 1019 als "Mortesela", was dit waarschijnlijk een zeer oud dorp waarvan de kern zich ontwikkelde op één der meest verheven delen. Gallo-Romeinse vondsten en funderingen zijn te noteren op de Kaalberg en Asserebos. De Assestraat was een diverticulum van de heirweg naar Asse. De bouw van een bidplaats (7de eeuw) en wederopbouw van het Vrouwenklooster door Karel de Grote, door de Noormannen in 847 vernietigd, wijzen op een snelle christianisatie. Het Hof te Exel wordt vaak als oorsprong van een woonkern vermeld, met het slot van de beruchte Waremaar waar later het kasteel van de Graaf van Vlaanderen stond, verwoest in de 14de eeuw tijdens de oorlog met de Hertog van Brabant. In de 10de tot 11de eeuw kwam een deel van Moorsel en het afhankelijke Gevergem in bezit van de Heren van Dendermonde; de rest werd een van " 's graven propre dorpen", reeds in het eerste kwart van de 12de eeuw in leen gegeven aan de Heren van Moorsel. De abdij van Affligem en de abdij ten Rozen hadden hier eveneens grote bezittingen.
De gemeente heeft een landelijk uitzicht behouden. De "Faluintjes" (zie Falourdes, hetgeen houtbussels zou betekenen) heden grotendeels bestaande uit weiland, was voorheen een moeras dat zich uitstrekte van de kerk van Moorsel tot de pastorij van Meldert. Typerend is het grote aantal kleinschalige boerenhuisjes uit de 19de eeuw en het eerste kwart van de 20ste eeuw, niet zelden gelegen in een schilderachtige omgeving.
CLINCKAERT C., Aan de oostelijke rand van Aalst, in Toerisme in Oost-Vlaanderen, XVII, 1958/2, p. 34.
COURTEAUX F.-VANDERVEKEN, Een wandeling te Moorsel en Meldert, in Toerisme in Oost-Vlaanderen, XIII, 1964/5, p. 134.
DE POTTER F.-BROECKAERT J., Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, Gent (1900), reeks V, dl.III
DHANENS E., Aanwijzende fotografische inventaris van het Belgisch patrimonium voor kunst en geschiedenis, Canton Aalst, Archives centrales et laboratoires, Brussel, 1950, p. 14
LEMAIRE, R.M., Persoonlijke notities.
Bron: D'HUYVETTER C., DE LONGIE B. & EEMAN M. met medewerking van LINTERS A. 1978: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Aalst, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 5n1 (A-G), Brussel - Gent. Auteurs: d'Huyvetter, Clio; de Longie, Bea; Eeman, Michèle Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)