Rijkhoven bestaat als zelfstandige gemeente pas sinds 1870; vóór die tijd was het een gehucht van Bilzen. De oudste vermelding dateert van 1096, als Rudenchoven (van het Germaanse Hrotingu hofum, hof van de lieden van Hroth).
In 1220 wordt door de abdis van Munsterbilzen en de graaf van de Loon de hier in 1216 opgerichte kapel van Alden Biesen geschonken aan de Duitse Orde, die er een commanderie opricht. Deze commanderie groeit uit tot de hoofdzetel van de balie van de Nederlanden (oost België en omringende gebieden) en krijgt hierdoor de benaming landcommanderie; onder haar gezag ressorteren 12 commanderieën in Brabant, Luik, Nederland en het Rijnland. Haar omvangrijke goederen maakt de commanderie één van de grootgrondbezitters in het gebied rond Bilzen. Rijkhoven behoorde tot het graafschap Loon, vanaf 1366 tot het prinsbisdom Luik, ambt Bilzen, kwartier Loon. Op juridisch gebied ressorteerde het onder de buitenbank van Bilzen, die Loons recht sprak.
Rijkhoven behoorde tot de parochie Bilzen, tot het in 1900 een zelfstandige parochie wordt. De slotkapel van Alden Biesen, die reeds vroeger openstond voor de inwoners, deed dan dienst als parochiekerk.
Rijkhoven is een landbouwdorp zonder industrie, waardoor het bevolkingsaantal stabiel en laag bleef. Het grootste deel van de actieve bevolking pendelt naar Tongeren, Hasselt en Luik. Het domein van Alden Biesen zorgt voor een vrij intens ééndagstoerisme.
Rijkhoven bestond van oudsher uit het eigenlijke dorp en de gehuchten Reek, ten noorden, en Bosselaar, ten oosten. Deze kernen zijn door de toenemende lintbebouwing naar elkaar toegegroeid. In de kern van het dorp, onmiddellijk ten noorden van het centrum, vormt de commanderie met zijn gronden een ruime, groene zone.
Het stratenpatroon bleef tot op heden vrij gaaf bewaard. Alleen de westelijke zijde, waar de Demer voorheen de begrenzing van het dorp vormde, kende een ingrijpende verandering met de aanleg van de E313 Antwerpen-Luik; hierdoor kwam de Ruykhovenmolen op het grondgebied van Hoeselt te liggen (zie Hoeselt, Althoeselt, Molenstraat). Het dorp heeft een rechthoekige vorm en de oorspronkelijke bebouwing concentreerde zich aan de huidige Cuvelierstraat, de Rijkhoven- en Lindestraat, de Pleinstraat en Demerplein, en de Kogel- en Alden Biesenstraat. De bebouwing bestond in de 18de eeuw en de eerste helft van de 19de eeuw nog uit een groot aantal belangrijke hoeven, waaronder een aantal vierkanthoeven, maar hiervan bleven vrijwel geen resten bewaard.
Het gehucht Reek heeft een straatdorppatroon met als kern de in noordelijke richting lopende Reekstraat, terwijl ook de Fonteinstraat en de Lethenstraat van oudsher bebouwd waren.
Ook het straalvormige drevenpatroon dat de commanderie van Alden Biesen met de omliggende dorpen verbond, is nog in het huidige stratenpatroon te herkennen.
Oppervlakte: 391 hectare. Aantal inwoners (1970): 1.184.
- PAQUAY J., Les paroisses de l'ancien concile de Tongres y compris les conciles de Hoeselt et Villers-l'Evêque démembrés du même concile, in Bulletin de la Société d'Art et d'Histoire du Diocèse de Liège, 18, 1909, p. 185, 193.
- PAQUAY J., De hoeven der kerkelijke instellingen in Limburg, in Verzamelde Opstellen uitgegeven door den Geschied- en Oudheidkundige Studiekring te Hasselt, 4, 1928, p. 135, 137, 138.