Eerste vermelding in 1147 als Romercurt van het Germaanse Rumaharis hofum, de hoeve van Rumahari. Het is in oorsprong waarschijnlijk een langgerekt Frankisch straatdorp.
De heerlijkheid was oorsrponkelijk eigendom van het Sint-Janskapittel van Luik, met voogdij in handen van de graven van Loon; later wordt het een Loonse leen. In de 18de eeuw was de familie de Moffarts voogd van Romershoven.
De schepenbank sprak Luiks recht en ging in beroep bij de Luikse schepenbank. De Sint-Jan-Baptistparochie was een filiaal van de kerk van Hoeselt, met patronaatsrecht bij de pastoor van Hoeselt, en tienden voor het Onze-Lieve-Vrouwekapittel van Huy.
Landbouwdorp, met voorheen twee kleine brouwerijen (eerste helft 19de eeuw) en een kleine siroopfabriek (begin 20ste eeuw). Thans voornamelijk woonforenzengemeente.
De oostgrens van de gemeente (met Hoeselt) loopt ongeveer samen met de Oudebeek, die enerzijds een bron heeft op het grondgebied van Hoeselt, anderszijds gevoed wordt door de Hardelingenbeek, en een vloedgracht heeft naar de vijver van het kasteel van Schalkhoven; de Oudebeek mondt in Beverst in de Demer uit.
Het primitieve grondplan bleef behouden, en bestaat uit twee lange, grosso modo met elkaar en de Oudebeek parallel lopende straten, de Romershovenstraat (het centrum van het dorp) en de westelijke Sitsingenstraat, gedeeltelijk op grondgebied van Kortessem. Deze twee straten komen ten noorden samen op de grens met Beverst. Van de twee oorspronkelijke verbindingswegen behield alleen de zuidelijke Bruggestraat haar belang; de oude weg van Romershoven naar Vliermaalroot, heeft thans alle belang verloren en bestaat alleen nog als landweg. Het accent werd verlegd naar een vroeger verbindingspad, thans de Sint-Jansstraat; recent is de Wijngaardstraat.
De oorspronkelijke kerk met kerkhof bevond zich aan een zijstraat iets ten oosten van de Romersstraat, en ten zuiden van de huidige kerk.
De traditionele bebouwing is typisch voor Vochtig-Haspengouw en leunt sterk aan bij het aangrenzende Diepenbeek: kleine landbouwbedrijven, de hoeven langgestrekt of met losstaande bestanddelen, waarin de vakwerkbouw nog een grote plaats inneemt. Sterk toenemende nieuwe bouw.
Oppervlakte: 292 hectare. Aantal inwoners (1970): 715.
- DUSAR A., Limburgs kunstbezit. Van prehistorie tot classicisme. Hasselt, 1970.
- PAQUAY J., Les paroisses de l'ancien concile de Tongres y compris les conciles de Hoeselt et Villers-l'Evêque démembrés du même concile. (Bulletin de la Société d'Art et d'Histoire du Diocèse de Liège, 18, 1909, p.90-101).
- TIMMERS J.J.M., De kunst van het Maasland. II. De Gotiek en de Renaissance. Assen, 1980. 194.
- VAN DE WEERD, H., Uit het verleden van Hoeselt. (Limburg, 22, 1941, p.102).
- VAN DE WEERD, H., De kerstening van Haspengouw, in Limburgs Haspengouw. Hasselt, 1951, p. 86.