Opgrimbie en het gehucht Daalgrimbie vormen een straatdorp dat zich ontwikkelde op het tracé van de Romeinse heirbaan Tongeren - Nijmegen. De oude bewoning blijkt uit de belangrijke prehistorische en Romeinse vondsten die er gedaan werden.
Het oorspronkelijke domein wordt waarschijnlijk in de 9de - 10de eeuwgesplitst. In 1230 wordt Opgrimbie als allodiaal goed geschonken aan de abdij van Hocht; hierdoor verwerft het de kerkelijke immuniteit. Hierover ontstaan conflicten met de prinsbisschop van Luik, tot de abdis in 1651 het goed als leen aan de prinsbisschop opdraagt. De schepenbank, benoemd door de abdis, sprak Luiks recht en ging in beroep bij de Luikse schepenbank. Een jaarlijks verkozen burgemeester nam het bestuur waar.
Opgrimbie werd onder meer in 1490 en 1579 door legerbenden verwoest. Op kerkelijk gebied behoorde het tot de Sint-Christoffelparochie. Patronaat en het grootste deel van de tienden waren in bezit van de abdij van Cornillon, later overgebracht naar Beaurepart, Luik.
Opgrimbie was een zeer kleine gemeente; in 1851 wordt het gehucht Daalgrimbie, dat tot dan bij Mechelen-aan-de-Maas hoorde, bij Opgrimbie gevoegd, waardoor de oppervlakte van 147 hectare tot 1.269 hectare steeg en de bevolking verviervoudigde.
De kern van het dorp bleef steeds de oude heirbaan (Heirstraat), waaraan zich aan de oostzijde (Kerkstraat) de oude kerk bevond. De rijksweg Tongeren-Maaseik, die vanaf de eerste helft van de 19de eeuw het oostelijk gedeelte van de gemeente doorkruist, kreeg hier nooit de centrumfunctie die hij in andere gemeenten in de loop van de tweede helft van de 19de en 20ste eeuw verwierf. Het westen van het grondgebied wordt nog steeds ingenomen door uitgestrekte bossen (ongeveer de helft van het grondgebied), die voor enige toeristische bedrijvigheid zorgen. Hier bevindt zich ook sinds 1960 een koninklijk domein. De actieve bevolking is werkzaam in de naburige industriegebieden.
Oppervlakte: 1.269 hectare. Aantal inwoners (1970): 2.323.
- DEXTERS R., Maaslandse prehistorie. (Limburg, 49, 1970, p.205).
- DUSAR A., Limburgs kunstbezit. Van prehistorie tot classicisme. Hasselt, 1970, p.32.
- GEUKENS B., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie Limburg. Kanton Maasmechelen. Brussel, 1972, p.21-22.
- GORISSEN M. & H. HERMANS, Geschiedenis van het Maasland. Opgrimbie. (Het Oude Land van Loon, 1963, p.17-64).
- MAENEN J., Hocht. Lanaken, 1978.
- VAN DE WEERD H., Opgrimbie. (Limburg, 1924, p.81).