Alt-Hoeselt is een omvangrijk, dicht bebouwd gehucht, dat echter als één der wijken steeds bij Hoeselt hoorde. Het is volgens sommige auteurs ouder dan Hoeselt zelf. Het was steeds een zelfstandige parochie -Sint-Lambertuskerk-, met patronaat bij de pastoor van de moederkerk Hoeselt, en tienden voor het Onze-Lieve-Vrouwekapittel van Huy.
Het straten- en bebouwingspatroon is dat van een hoopdorp, waarvan de oudste kern (Ferrariskaart, 1771-1777) bestaat uit de Trulstraat, de Sint-Lambertusstraat, de Beisstraat -de verbinding met Henis (Tongeren)- en de Molenstraat -de verbinding met Rijkhoven (Bilzen)-, met het begin van de Klaphoekstraat, de Pastorijstraat en de Terpoortenlaan. Deze bebouwing heeft zich in de eerste helft van de 19de eeuw reeds uitgebreid tot de volledige Pastorijstraat, de Smisstraat en de huidige Sportpleinstraat.
De noordgrens wordt gevormd door de Gerlabeek (ook Gelle- of Gillebeek), terwijl de Demer met zijn moerassige vallei Alt-Hoeselt ten oosten afsnijdt van Rijkhoven.
De spoorweg Tongeren-Bilzen passeert ten oosten van het dorp, dat voorzien was van een station.