Op de Ferrariskaart vermeld als Hameau Smermaes. Het gehucht Smeermaas behoorde oorspronkelijk tot Maastricht en hing op gerechtelijk gebied af van het Maastrichtse Vroenhof. Aan het eind van de 16de eeuw komt het gedeeltelijk in het bezit van de heren van Pietersheim.
Oorspronkelijk een straatdorp aan de Maas, in de richting van het gehucht Pietersem (confer Ferrariskaart); in het zuiden liep deze weg rechtstreeks naar Maastricht. Tussen Smeermaas en Borgharen, op de rechter Maasoever, functioneerde een veer, reeds aangeduid op de Ferrariskaart.
De aanleg van de Zuid-Willemsvaart (1824- 1829), parallel met de Maas, doorsnijdt deze as, het Albertkanaal (1929-1939) verbreekt de verbinding met Pietersem. Aan de in 1812-1813 aangelegde verbinding Maastricht - Maaseik, en aan de nieuwe verbinding met het centrum van Lanaken ontstonden aan het eind van de 19de en in de 20ste eeuw nieuwe kernen van geconcentreerde bebouwing. Het is aan eerstgenoemde steenweg dat het nieuwe centrum van Smeermaas ligt: het Bauduinplein met de in 1956-1957 gebouwde Sint-Jozefkerk.
- BROUWERS J., De voormalige Sint-Anna kapel te Smeermaas, Tijdingen 6, p.p. 77-88.
- GORISSEN M., Toponymie van Smeermaas, Het Oude Land van Loon 5, 1950, p.212-214.