Sedert 1 januari 1977 deelgemeente van Heist-op-den-Berg, gelegen ten zuiden van de hoofdgemeente. Begrensd door Putte en Beerzel in het westen en noordwesten, Heist-op-den-Berg in het noorden, Booischot in het noordoosten en voor het overige door de provincie Brabant (Baal, Tremelo en Keerbergen). Oppervlakte van 1.110 hectare en 4.549 inwoners (1/1/1997).
Schriek werd reeds vermeld in 1125; samen met het gehucht Grootlo, dat voor het eerst vermeld wordt in 1221, vormde het vanaf de 14de eeuw de heerlijkheid "Schriek en Grootlo", die deel uitmaakte van het Land van Mechelen (hertogdom Brabant). Haardtellingen in de 15de en de 16de eeuw wijzen erop dat Grootlo aanvankelijk meer inwoners telde dan Schriek; geleidelijk werd het gehucht echter minder belangrijk. Tot 1427 eigendom van Jan van Arkel; nadien volgden wisselende eigenaars elkaar op. Belangrijk in dit opzicht was de adellijke familie van der Stegen die de heerlijkheid verwierf vanaf 1727.
Op geestelijk gebied was Schriek tot begin 14de eeuw afhankelijk van Beerzel; in 1309 werd het erkend als zelfstandige parochie; het bezat toen een kapel toegewijd aan Johannes de Doper.
In oorsprong een straatdorp met in het centrum de kerk op een lichte verhevenheid en achterin gelegen akkers. Het reliëf is uitermate vlak. Door de aanleg van nieuwe wijken, voornamelijk na de Tweede Wereldoorlog, uitgegroeid tot een woondorp met excentrisch gelegen parochiekerk ten noorden van de dorpskom. De woonwijk tussen Leuvensebaan en Roggeveldenstraat ten zuidwesten van het centrum dateert uit de jaren 1960; de sociale woonwijk ten zuidoosten van de kerk dateert uit de jaren 1980.
Heden voornamelijk woondorp met vrij rechtlijnig stratenpatroon, beperkte landbouwbedrijvigheid en enige tewerkstelling in diamant- en bouwsector. Fragmentarisch bewaard bouwkundig patrimonium: het best vertegenwoordigd, vermoedelijk omwille van hun oorspronkelijk veelvuldig voorkomen, zijn de langgestrekte Kempische hoevetjes uit de tweede helft van de 19de eeuw en het eerste kwart van de 20ste eeuw, hoewel meestal aangepast aan de huidige woonfunctie. Bij de afbraak van dergelijke constructies stoot men sporadisch nog op lemen binnenwanden, zie Wuytjesstraat links naast nummer 12.
Het gehucht Grootlo, in oorsprong vermoedelijk een Frankische nederzetting, is gelegen in het zuidoosten en strekt zich uit over meerdere gemeenten, Schriek, Tremelo en Keerbergen; het centrum bevindt zich op grondgebied Schriek en wordt gekenmerkt door algemene lintbebouwing. Autonome parochie sedert 1906.
- DIRIKEN P., Geogids Heist-op-den-Berg, s.l., 1994, p. 107-121.
- HERTELEER L., Geschiedenis van Heist-op-den-Berg 1795-1976, Heist-op-den-Berg, 1986, p. 245-252.