Landelijke gemeente ten zuidoosten van Antwerpen; vóór de fusie 8.659 inwoners en 1392 hectare in 1976.
De Frankische nederzetting "Villa Buocholt" was eertijds afhankelijk van Deurne, en in 974 wordt de Sint-Baafsabdij te Gent in het bezit ervan bevestigd door keizer Otto II. De villa omvatte een landelijk exploitatiecentrum met Kerkhofhoeve tegenover de kerk (curtis juxta atrium). De abdijbezittingen groeiden aan en omstreeks het midden van de 12de eeuw werd het centrum verlegd naar de zogenaamde "curtus Sumphbeka" (Sombeekhoeve) in het noorden van de gemeente. In de 12de eeuw verwierven andere abdijen, kloosters en kapittels goederen in de gemeente, terwijl het bezit van de hertog van Brabant nog zeer belangrijk bleef voornamelijk in het zuiden en zuidoosten van de gemeente. Vormde samen met Hove een heerlijkheid met schepenbank of vierschaar, afhankelijk van het leenhof van Brabant. Kende in de 13de eeuw een plaatselijke heer, namelijk de in 1286 vermelde ridder Gerondus de Bochout. Ook de hertogen van Brabant en de Berthouts verwierven hier goederen zodat Boechout een dubbele jurisdictie kende, namelijk een gebied onder hertogelijke jurisdictie (Land van Rijen) en een gebied onder jurisdictie van de Berthouts (Land van Mechelen).
Kwam in 1329 in bezit van Machteld van Gelder (erfgename van Land van Mechelen). In 1357 kwam Antwerpen met verschillende dorpen waaronder Hove en Boechout bij Vlaanderen. Machteld van Gelder verkocht in 1382 de volle heerlijkheid van Boechout, Hove, Vremde en Millegem aan Jan van Ranst, heer van Cantecroy. Geërfd door Costen van Ranst doch in 1387 ruilde hij Boechout en Hove, voor de rechten die Joanna van Brabant bezat te Mortsel en Edegem, zodat hertogin Joanna de volle heerlijkheid te Boechout en Hove verwierf. Vermaakte haar goederen aan Margareta van Male. De aan Vlaanderen afgestane goederen keerden in 1406 terug onder Brabant. Boechout en Hove in 1558 verpand aan Antoon Perrenot Granvelle, heer van Cantecroy, en dus toegevoegd aan het graafschap Cantecroy (samengesteld uit de gemeenten Mortsel, Edegem, Borsbeek, Kontich, Waarloos, Reet en Aartselaar). Achtereenvolgens bezit van de Tassis (1616), Petrus Peckius (1618), Pascal Frans van de Cruyce (1638), Jan Stockmans (1648), Jan van Baerland (1653). In 1653 werden Hove en Boechout gescheiden daar Hove verkocht werd aan Despommereaux. Van Baerland kocht in 1662 het kasteel Vredenborg, zodat voortaan het kasteel residentie werd van de heren. Bij familie Van Groesbeeck vanaf 1663, daarna bij Courtois (1675) en tenslotte Van Colen (1693). Dorp verscheidene malen geteisterd, onder meer in 1542, 1579, 1583 en laatst in de Eerste Wereldoorlog (gemeentehuis tegenover de kerk en Heuvelhof).
Wordt in noordwest-zuidoostrichting verdeeld door de Provinciesteenweg (Antwerpen-Lier) en de parallel gelegen spoorweg Antwerpen-Lier. Dorpskom ten zuiden van de spoorweg, op hoogste gedeelte van het grondgebied met molen op de kim. Dorpsbebouwing geconcentreerd rond Onze-Lieve-Vrouw- en Sint-Bavopleinen en de vandaar vertrekkende straten en hun verbindingen. Door aanleg van de spoorweg "Grand Central Belge" lopende van Antwerpen naar Hasselt en Charleroi via Lier en Aarschot (voltooid in 1865) met halte te Boechout kende deze landelijke gemeente vanaf het einde van de 19de eeuw een inwijking van burgers die hier hun zomerverblijf oprichtten. Voornamelijk in de onmiddellijke omgeving van het station en zodoende in de dorpskern werden deze landhuizen opgetrokken. Zo verkregen onder meer de Heuvelstraat, Jan Frans Willemsstraat, Alexander Franckstraat, Lange Kroonstraat en gedeelte van de Borsbeeksesteenweg hun typisch uitzicht met de beboomde tuinen en de sierlijke gietijzeren hekken.
De dorpsbebouwing bestaat voornamelijk uit eengezinswoningen van één of twee bouwlagen onder zadeldaken uit de 19de en 20ste eeuw, alsook enkele tot woningen verbouwde hoeven. Aan noordwestzijde dorpskern liggen nog enkele grote domeinen van zogenaamd Fruithof, kasteel Ropstock en Appelkanthof alsook een recente villawijk (Fruithofwijk). Ten zuiden van Sint-Bavoplein waardevol natuurgebied (Boshoek) aansluitend bij Heilige Geestbos. Overheersend afgepaalde weiden en een aantal nieuwe woningen. Noorden van Provenciesteenweg eveneens ingenomen door landbouwgebied met voornamelijk tuinbouw, uitgezonderd twee recente villawijken, namelijk Schaliehoevewijk (tussen Hellestraat en Heerbaan) en Gillegomwijk (tussen Sombekestraat, Gillegomsteenweg en Groenstraat).
- Bijdrage tot de geschiedenis van Boechout, Gemeentegids 1974, dl. II, [Boechout, 1974].
- DE LATTIN A., Omzwervingen in de provincie Antwerpen. Het labeurgewest bezuiden Antwerpen tot aan de Nete, 1953, p. 45-51.
- DE RIDDER E., Merkwaardig Boechout, in De Toerist, halfmaandelijks orgaan van de Vlaamse Toeristenbond v.z.w., XXXIX, nr. 10, mei 1960, p. 506-513.
- DESFOSSES F., Een wandeling te Boechout met aspekten van natuurbescherming, Vlaamse wandelaarsbond, wandelboekje nr. 19.
- FREDERICKX F., De groene roeping van Boechout, in De autotoerist, XXVII, nr. 13, 12 september 1974, p. 908-910.
- JACOBS J., onuitgegeven nota's.
- JACOBS J., Boechout, Vlaamse toeristische bibliotheek, juni 1974.
- JACOBS J., Een weinig geschiedenis Van Boechout, in De autotoerist, XXVII, nr. 18, 12 september 1974, p. 906-908.
- JACOBS J. en PERILLEUX E., Drie wandelingen te Boechout, Vlaamse wandelaarsbond, wandelboekje nr. 19.
- PERILLEUX E., Merkwaardig Boechout, in De autotoerist, XXVII, nr. 18, 12 september 1974, p. 914-915.
- SCHOBBENS J., Les environs d'Anvers I, Brussel, s.d., p. 248-255.
- STOCKMANS J.B., Geschiedenis der gemeente Mortsel met aanhangsels over Edeghem, Hove, Boechout, Borsbeeck, Contich, Waerloos, Reeth en Aertselaer, Antwerpen, 1882, p. 380-399.
- VAN DEN BERGH P., Het Sint-Baafsdomein te Boechout, in Heemkundig handboekje voor de Antwerpse randgemeenten, Borgerhout, XXVII, nr. 4, winter 1979-80, p. 1-19.