Kempische gemeente die evolueerde van landelijke gemeente (bos, hei, dreven en vennen) naar woongemeente met handel en industrie (4465 inwoners in 1976, 2827 hectare in 1971). Oostelijk deel van het oude Malle (zie ook Westmalle en Zoersel) dat circa 1200 gescheiden werd in West- en Oostmalle.
De hoge heerlijkheid van Oostmalle berustte bij de hertog van Brabant; de lage heerlijkheid kwam in handen van de heren van Breda. Vanaf de 14de eeuw was de heerlijkheid in twee verdeeld en behoorde onder meer toe aan de families van Berchem (14de eeuw) en van der Schueren (15de eeuw). In 1505 kocht Frederik de Renesse, die de halve heerlijkheid bezat, de hoge en middelbare heerlijkheid af van Filips de Schone en in 1602 kocht z'n opvolger Frederik de Renesse de andere halve heerlijkheid van het klooster van Onze-Lieve-Vrouw Presentatie. Oostmalle bleef tot op het einde van het Ancien Regime in handen van de familie de Renesse.
De Sint-Laurentiusparochie werd in 1194 onafhankelijk van de Sint-Martinusparochie (zie Westmalle); het patronaatsrecht was vanaf 1329 in het bezit van de abdij van Averbode. Het klooster van Onze-Lieve-Vrouw Presentatie, gesticht in 1491 door Jan van der Schueren en Johanna de Bie en een tijdlang in het bezit van de heerlijke rechten (15de tot 16de eeuw) van de helft van de heerlijkheid, werd in 1621 overgebracht naar Antwerpen (zogenaamde "oostmallen", afgeschaft in 1797).
Oostmalle is als straatdorp gegroeid aan de heirbaan Bavai-Utrecht, op het kruispunt van de vertakking naar Lier en Herentals (Leuven), waar later nog de baan Antwerpen-Turnhout bijkwam. Het dorp werd in 1542 geteisterd door de benden van Maarten van Rossem en in 1566 door de Beeldenstorm. De dorpskom (rondom gemeentehuis en de kerk) werd in 1967 zwaar getroffen door een tornado. In het centrum veelal vernieuwde woningen van twee bouwlagen; voorts enkele oudere huizen.
Tussen Lierselei en Antwerpsesteenweg: prachtig park met kasteel van Oostmalle. Rondom het dorpscentrum recente verkavelingen (villa's en eengezinswoningen), weilanden, velden (voornamelijk voedergewassen) en bossen; verspreide hoevebouw. Opvallend te Oostmalle zijn de grote houten langsschuren onder afgewolfde zadeldaken bij de woonstalhuizen (19de of 20ste eeuw).
Verscheidene kapellen zoals onder mee de Wolfskapel (Kapelakkers nabij Antwerpsesteenweg); de Sint-Antoniuskapel op het gehucht Salphen (ten zuiden van de gemeente); de Kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes op het gehucht, de voormalige heerlijkheid, Blommerschot (ten zuidoosten van het grondgebied); de Kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Bijstand langs de Herentalsebaan.
- ARREN P., Kastelen in Vlaanderen. Het kasteel van Oostmalle, in Hobonia, jg. XVIII, 1979, p. 33-50.
- BOLCKMANS J., Oosmalle, het verleden, het heden, de toekomst, Oostmalle (1961).
- BOLCKMANS J., Gids voor Oostmalle - Wechelderzande - Westmalle - Zoersel, Oostmalle, 1962.
- BOSCH F., Oostmalle in oude prentkaarten, Zaltbommel, 1978.
- DE MOLDER T., Geschiedenis van Oostmalle, Turnhout, 1948.
- JANSEN J. E ., Geschiedkundige gids voor het heerlijk dorp Oostmalle, Oostmalle, 1942.
- NEVE L., Notice sur l'ancienne cour seigneuriale de Blommerschot à Oostmalle, Turnhout, 1908.
- PRIMS F., De priorij van Onze-Lieve-VrouwPresenteeringhe in-den-Tempel te Oostmalle, in Bijdragen tot de geschiedenis, jg. 1929. XX. p. 197-237.
- PRIMS F. en ERNALSTEEN J., Onze Lieve Vrouw Presenteering-in-Templo te Oostmalle, Antwerpen, 1936.
- SCHOBBENS J., Dans la province d'Anvers, dl. II, Brussel (1930), p. 182-187, 190-196.