Industriegemeente aan de Rupel, westwaarts van Boom, 527 hectare en 8.288 inwoners in 1981; voornamelijk getypeerd door baksteenindustrie; voorts fabriek voor cementprodukten, pantoffel- en schoennijverheid.
In 1895 besloegen de landbouwgronden nog circa de helft van de gemeente. Thans is er alleen nog de zogenaamde "polder van Niel" (west) met dijk aan de Rupel. In het centrum (west en noord), de dorpskom met sterk geometrisch stratenplan wijzend op recente aanleg uit de 19de en de 20ste eeuw. In het zuiden, aan de Rupel, oude industriële zone zogenaamd "Hellegat" met steenbakkerijen, in het noordoosten aan de Matenstraat recente steen- en pottenbakkerijen. Tussen woon- en industriegebied, voornamelijk naar het oosten toe kleiwinningsgronden, deels in werking, deels verlaten (visputten, groen, stortplaatsen). De gronden ingenomen door de kleinijverheid beslaan 50% van de totale oppervlakte der gemeente. De krommende Antwerpse-Boomsestraat, respectievelijk winkelstraat doorheen het centrum en grensstraat Hellegat, is de oude verbindingsweg Antwerpen-Boom.
Het grondgebied van Niel viel in de middeleeuwen onder het Land van Mechelen, tot in de 14de eeuw beheerd door de Berthouts. Later kwam het aan de Van Gelres, de Wezemaals en de hertogen van Brabant (sedert 1462). De hoge, lage en middelbare rechtsmacht van Niel werd in 1505 aangekocht door Gillis van Berchem, die ze afstond aan Pieter Scheyf. In 1506 kwam Niel terug aan de Van Berchems en vervolgens in 1558 aan Karel Hannaert, in 1626 aan Roger Clarisse en in 1650 aan Gerard Reynst. Achtereenvolgens worden nog als heren van Niel vernoemd leden van de families Horne (1654), O'Donnoghue, Papejans van Morchoven en Wirix van Kessel. De heren van Niel bezaten reeds in de 14de eeuw een schepenbank. Op kerkelijk gebied maakte Niel in vroegere tijden deel uit van de moederparochie van Kontich afhankelijk van de abdij van Lobbes. De Onze-Lieve-Vrouweparochie werd vermoedelijk in de 14de eeuw zelfstandig. Kleinschalige bebouwing met voornamelijk arbeidershuizen uit de 19de en de 20ste eeuw, aanleunend bij regionalistische strekking; nabij het station tuinwijk van circa 1925. Op de grens met Aartselaar, recente seriewoningen voor bejaarden (1958). Weinig burgerhuizen.
- DE RAADT J.TH., De heerlijkheden van het Land van Mechelen - Niel en zijn heren, Gent, 1889.
- Een gemeente in de provincie Antwerpen-Niel, in ERA-berichten, 1967, 4, p. 179-190.
- LEON H., Bouwstructuur voor Niel, in Dossier A+, juni 1973, p. 27-30.
- Niel, Nota uitgegeven door de gemeente Niel, s.l., s.d.
- STUER E., Waarom een aktiekomitee leefmilieu Niel?, in Dossier A+, juni 1973, p. 25-26.
- VEREYCKEN F. en DE DECKER CH., Niel in oude prentkaarten, Zaltbommel, s.d.