Geografisch thema

Emblem

ID
13696
URI
https://id.erfgoed.net/themas/13696

Beschrijving

Agrarische gemeente met 2710 inwoners (1976) en 850 hectare. Sinds 1977 meest zuidelijk gelegen deelgemeente van Ranst.

De geschiedenis van de gemeente wordt volgens de legende verbonden met de levensgeschiedenis van de Heilige Gummarus. Deze werd in begin van de 12de eeuw geboren te Emblem uit een rijke familie van het Land van Ryen. Hij kwam aan het hof van Pepijn de Korte terecht en na zijn huwelijk keerde hij, volgens de legende, naar zijn domein te Emblem terug om daar als grootgrondbezitter te leven. De "Villa Emblehem" wordt voor eerst vermeld in 1190. Volgens U. Bovendaerde betekent de oude benaming "Emlingaheem" de woonplaats van de stam Emmo, Immo of Eimo. Dit Frankische geslacht zou een uitgestrekt gebied bewoond hebben dat afgebakend werd door Schijn- en Netevertakkingen en dat tevens Wommelgem en Oelegem omvatte. Binnen dit gebied ontstonden later de nederzettingen eindigend op -sel en -hove. Volgens A. Hasenbroeckx betekent "Emblem" het heem van of bij de Ambel Emblem kan zo de benaming geweest zJn van het volledige Lierse grondgebied, later soms het graafschap Emblehem genoemd. Tevens volgens U. Bovendaerde en Van Cauwenbergh zou het Emblemse gehucht Allier de oudste kern vormen van de stad Lier, daar de hoogten ten noorden en ten zuiden van Lier eerder bewoond waren dan Lier zelf. Immers lag het waterdebiet van de bijrivieren van de Schelde toen veel hoger en de Franken waren verplicht zich op de hoogten te vestigen. Toen het debiet van de Schelde wijzigde en het waterniveau daalde kwam Allier verder van de samenvloeiing van Kleine en Grote Nete te liggen zodat de bevolking zich verplaatste naar Nivesdonck, waaruit later de huidige stad Lier groeide. Deze benaming Nivesdonck of Nieuwe Donk staat tegenover Oude Donk wat slaat op het oude Allier. Nivesdonck werd in IX belangrijker dan Emblem en werd een pleisterplaats tussen de "Campinia" (Kempen) en het waterrijke gebied (Land van Ryen). Toen dus Nivesdonck aan belang won bleek de tegenstelling met de Oude Donk niet meer relevant en kwam de benaming Lier in gebruik. Zodoende gaf men ook de benaming Oud-Lier (later Allier) aan de Oude Donk.

Op wereldlijk vlak maakte Emblem tot 1212 deel uit van het Land van Ryen. Op 10 mei 1213 stonden de bewoners hun goed af aan de stad Lier en werd zo opgenomen in het rechtsgebied van de "Bijvang van Lier", die werd opgericht na afsplitsing van het Land van Ryen. De stad Lier was omringd door de "Kuip" die sinds 1244 met palen was afgebakend. Wat buiten de palen van de kuip viel heette de bijvang en begreep de drie gehuchten Lachenen, Mijle en Hagenbroeck en de dorpen Kessel, Nijlen, Bevel en Emblem. De bijvang had een afzonderlijke bestuurlijke en rechterlijke organisatie, in zekere mate afhankelijk van de stedelijke vrijheid. Het dorp werd in 1579-1584 totaal verwoest; tijdens de Spaanse Successieoorlog werden onder meer "lignes" of verschansingen aangelegd. Bij dekreet van 14 fructidor jaar III (31 augustus 1795) werden Kessel, Nijlen, Bevel en Emblem zelfstandige dorpen. Bij opmaken van het kadaster in 1824-1828 werd het Lierse grondgebied gewijzigd zodat Emblem uitgebreid werd met een deel van Lisp.

De parochie hoorde aanvankelijk bij Lier; circa 1248 werd het een afzonderlijke parochie, maar het Lierse kapittel behield er verscheidene goederen en rechten zoals het begevingsrecht enzomeer. Hoorde in middeleeuwen tot bisdom Kamerijk, dekenij Antwerpen. Na 1559 tot het bisdom Antwerpen. Van 1801 tot 1961 tot het aartsbisdom Mechelen en tenslotte tot het bisdom Antwerpen. Emblem werd vanaf circa 1850 door steenwegen verbonden met de nabij gelegen gemeenten onder meer de steenweg van Lier - over Emblem - naar Oostmalle voltooid in 1846; steenweg naar Ranst in 1863; naar Broechem in 1867 en naar het station van Kessel in 1894.

De belangrijkste weg namelijk Liersesteenweg-Oostmalsesteenweg zijnde de verbinding Lier-Zandhoven-Oostmalle, snijdt de gemeente in zuidwestelijke en zuidoostelijke richting en liep vroeger door het dorp zelf (huidige Dorpstraat). Deze baan loopt tevens parallel met de zuidoostelijke grens van de gemeente namelijk de Kleine Nete en het Netekanaal. Ten zuidoosten van de gemeente namelijk tussen Oostmalsesteenweg en Nete, natuurgebied gevormd door het dal van de Kleine Nete en Netekanaal.

Eind 18de eeuw bestond dit gebied uit moerassen, sparrenbossen, moerassige weiden en akkers. In de 19de eeuw gebruikt als weide, akkerland en naaldhoutaanplantingen. Nu is het kanaal omringd door moerassen en grasland. Het noorden van de gemeente sluit aan bij Broechem en bestaat uit een landbouwgebied met voornamelijk fruitteelt, tuinbouw en weiland. De straten zijn er vrij dicht bebouwd met recente alleenstaande woningen uit de tweede helft van de 20ste eeuw en enkele kleine meestal verbouwde hoeven binnen omhaagde domeinen. In zuidwestelijke hoek, ten westen van Ranstsesteenweg, villawijk uit het derde kwart van de 20ste eeuw alsook alleenstaande woningen vanaf het eerste kwart van de 20ste eeuw en landarbeiderswoningen. Ten oosten van deze baan alleenstaande woningen uit de tweede helft van de 20ste eeuw en wijk "Kleine landeigendom" uit jaren 1960.

  • BERGMANN A., Geschiedenis der stad Lier, Antwerpen, 1935, anastatische uitgave van 1873.
  • BOVENDAERDE U., Betekent Alliers eigenlijk oud Liers?, in 't Land van Ryen, driemaandelijks cultureel Liers tijdschrift, jaargang VIII, aflevering 2, 1958, 91-94.
  • BOVENDAERDE U., Etymologisch onderzoek van de plantsnaam Lier, in 't Land van Ryen, driemaandelijks cultureel Liers tijdschrift, jaargang XI, aflevering 3, 1961, 97-114; jaargang XI, aflevering 4, 1196, 168-180; jaargang XII, aflevering 1, 1962, 17-22; jaargang XII - 1962, a0. 2, 61-94.
  • DE LATTIN A., Omzwervingen in de provincie Antwerpen. Het labeurgewest bezuiden Antwerpen, tot aan de Nete,, onuitgegeven, 1953, 78-80.
  • HASENBROECKX A., Sint-Gummarus in geschiedenis en legende, Lier, 1978.
  • MORTELMANS J. & VAN DER WEE H., Een historische wandeling. Het Lierse stadsbeeld in de 18e en 19de eeuw, in 't Land van Ryen driemaandelijks cultureel Liers tijdschrift, jaargang XIII, afevering 1-2, 1963, 19-30.
  • ROELANTS J. Santhoven met omgeving van gister, nu en morgen, Brecht, 1934, 112-113.
  • STOCKMANS J.B., Geschiedenis der gemeenten Kessel, Bevel, Nijlen, Emblehem en Gestel, Lier, 1910, 249-290.
  • VAN CAUWENBERGH J., De heilige Gummarus geschiedenis of legende?, in Bijdragen tot de geschiedenis, jaargang XXXIX, 3e reeks, deel VIII, aflevering 9, Antwerpen, 1956, 210-220.
  • VAN IN J., Allier en hare kapel, in Lier vroeger en nu, maandschrift, jaargang III, nummer 2, Lier, 1929, 40-56.
  • VAN LOM C., Beschrijving der stad Lier in Brabant, Den Haag, 1740. 383-384.

Bron: PLOMTEUX G., STEYAERT R. & WYLLEMAN L. 1985: Inventaris van het cultuurbezit in Belgiƫ, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 10n2 (Ho-Ra), Brussel - Gent.
Auteurs: Wylleman, Linda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Bremstraat

  • Omvat
    Dal Kleine Nete

  • Omvat
    De Voortstraat

  • Omvat
    Dorpstraat

  • Omvat
    Dorpswoningen

  • Omvat
    Emblemseweg

  • Omvat
    Heidestraat

  • Omvat
    Kesselsesteenweg

  • Omvat
    Klaverstraat (Emblem)

  • Omvat
    Kreupelstraat

  • Omvat
    Liersesteenweg

  • Omvat
    Ranstsebinnenweg

  • Omvat
    Sint Gummarusstraat

  • Omvat
    Sint-Barbarakapel

  • Omvat
    Torekenshoefstraat

  • Omvat
    Twee landarbeiderswoningen

  • Omvat
    Venweg

  • Is deel van
    Ranst


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Emblem [online], https://id.erfgoed.net/themas/13696 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.