Kempische woon- en landbouwgemeente gelegen aan zuidzijde van de autosnelweg E17; weekendtoerisme omwille van de loof- en naaldbossen; in 1976: 1841 inwoners, oppervlakte van 1035 hectare.
De oudste vermelding van het Pulderbos dateert uit de 13de eeuw. De heerlijkheid was achtereenvolgens in het bezit van Pieter van der Moelen (1505), Gaspar Schetz (1559), de familie de Cotereau (1644) en de markies van Asse (18de eeuw). De Onze-Lieve-Vrouweparochie, vermoedelijk afgescheiden van Pulle, stond onder het patronaat van de heren van Brabant, die hun rechten afstonden aan de lokale heren.
Oude dorpskern in het zuidelijk deel van de gemeente: kaal driehoekig dorpsplein met parkeerplaats waarrond de oudste bebouwing met de kerk, woonhuizen en boerderijen. Rond de dorpskern en in het noorden en zuidoosten van de gemeente moderne verkavelingen met alleenstaande woon- of landhuizen uit de tweede helft van de 20ste eeuw. Even ten zuiden van E17: Preventorium Sint-Jozef van 1939-45 (architect F. Van Reeth, Kievitslaan), verbouwd midden 20ste eeuw, omgeven door weilanden en bossen met recente villawijk (ten noordwesten); verder bossen, weilanden en akkers (voedergewassen). Opvallend bij de kleine boerderijen is de afwezigheid van schuren; hoeven met oudere kern, verbouwd in de 20ste eeuw (onder meer Blauwe Hoeve, Meiklokhoeve,...).
Bron: PLOMTEUX G., STEYAERT R. & WYLLEMAN L. 1985: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 10n3 (Ru-Z), Brussel - Gent.
Auteurs: Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)