Sinds 1 januari 1977 westelijk gelegen deelgemeente van Zoersel. Vóór de fusie oppervlakte van 1250 hectare en 4547 inwoners in 1975. Kempische, bosrijke gemeente met overwegend zandgronden. In het noordwesten begrensd door baan Antwerpen-Turnhout, en in het zuidoosten door de Tappelbeek; horizontaal doorsneden door de Grote Schijn.
Halle, ook nog 's Gravenhalle of Magerhalle genoemd werd voor eerst vermeld in 1181. Door het dorp liep een Romeinse weg namelijk de verbinding Bavai-Utrecht over Lier - Massenhoven - Halle - Malle - Rijkevorsel - Hoogstraten enzomeer. Mogelijk heeft het dorp een Frankische oorsprong en had het een Frankische herenhoeve in de dorpskern. De heerlijkheid werd reeds vermeld in 1407, maar pas in 1505 verkocht de hertog van Brabant de heerlijkheden Pulle, Pulderbos en Halle aan Pieter van der Moelen. In 1520 in handen van Evrard de Cotereau, heer van Westmalle, Zoersel, Pulderbos, Halle enzomeer. Tijdens de Godsdienstoorlogen werd het dorp verwoest en het bleef onbewoond tot 1587.
Vanaf dan woonden enkele gezinnen in de kerk. Nog in de zestiende eeuw keerde de heerlijkheid terug tot de hertogelijke domeinen, en in 1644 werden de heerlijkheden Halle, Voorschoten (Viersel) en Massenhoven verkocht aan Adriaan Brouwerts. Toen werd voor deze drie heerlijkheden een schepenbank opgericht, daarvoor werd recht gesproken te Zandhoven.
Daarna in handen van familie van Zinnick (circa 1663); het was Alexander van Zinnick die in 1672 Voorschoten aan Paul Melchior de Villegas en Massenhoven aan Evrard van Cannaert verkocht.
Circa 50 huizen werden in 1705-1706 vernield tijdens de Spaanse Successieoorlog. De talrijke verwoestingen van de 16de tot de 18de eeuw veroorzaakten ontbossing, verwildering van het landschap en terugkeer van heidebegroeiing. Vanaf de 18de eeuw werden aanplantingen met mast verricht, doch het was voornamelijk na de ordonnantie van 1772 uitgevaardigd door keizerin Maria-Theresia dat woeste gronden, heiden en moerassen beplant werden met dennen. Zo kreeg Halle talrijke mastbossen en ontstonden er verschillende landbouwuitbatingen. Ook de aardappelteelt bleek geschikt op deze zandgronden en nam toe vanaf de tweede helft van de 18de eeuw. Voor de periode 1687 tot 1738 is niets over de heerlijkheid bekend, tot ze in handen komt van de familie Ullens; in 1789 gekocht door Ch. de Bosschaert.
Sint-Martinusparochie oorspronkelijk afhankelijk van de abdij van Ename, later van de Sint-Michielsabdij Antwerpen. Behoorde tot bisdom Kamerijk, en na oprichting van bisdom Antwerpen in 1559 hoorde ze tot dekenij Lier. In 1802 hoorde ze bij aartsbisdom Mechelen, dekenij Herentals en in 1873 tot dekenij Zandhoven. Bij oprichting van bisdom Antwerpen in 1961 onder dekenij Zandhoven en sinds 1973 onder dekenij Westmalle.
Centraal gelegen dorpscentrum, sinds 1848-49 door gekasseide baan verbonden met de baan Antwerpen-Turnhout. Eertijds straatdorp, waar nog de belangrijkste gebouwen voorkomen zoals de Sint-Martinuskerk, gemeentehuis, gemeenteschooltje en overblijfsel voormalige brouwerij Sint-Martinus. Verder eenvoudige handels- en woonhuizen van meestal twee bouwlagen onder zadeldaken uit 1925-1975, alsook enkele bescheiden dorpswoningen van één bouwlaag uit de tweede helft van de 19de eeuw.
Ten zuiden dennenbossen waarin vakantiehuisjes, villa's uit de tweede helft van de 20ste eeuw, alsook enkele stroken landbouwgrond in de nabijheid van de Tappelbeek en in het voormalig gehucht Moleneinde.
Het noorden van de gemeente is eveneens bebost en wordt doorsneden door de vallei van de Grote Schijn met alluviaal zandleem en is dus geschikt voor landbouw. Opvallend is hier dat in de landbouwzones voornamelijk kleine langgestrekte hoeven voorkomen uit het laatste kwart van de 19de eeuw tot het eerste kwart van de 20ste eeuw, waarvan Heidehoeven nummer 13 een typisch voorbeeld is.
Halle kende een sterke bevolkingstoename na de Tweede Wereldoorlog met een toenemende woonfunctie voor de Antwerpse agglomeratie, en het is voornamelijk ten Noorden van de dorpskern en bij de baan Antwerpen-Turnhout dat de recente villaverkavelingen uit het derde kwart van de twintigste eeuw gesitueerd zijn.
Bron: PLOMTEUX G., STEYAERT R. & WYLLEMAN L. 1985: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 10n3 (Ru-Z), Brussel - Gent.
Auteurs: Wylleman, Linda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Berkemei
Omvat
Driesheide
Omvat
Gasthuishoeve
Omvat
Gemeentehuis van Halle
Omvat
Halle-Dorp
Omvat
Halle-Velden
Omvat
Halmolenweg
Omvat
Heidehoeven
Omvat
Kasteeldreef
Omvat
Liefkenshoek
Omvat
Meilers
Omvat
Sniederspad
Is deel van
Zoersel
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Halle [online], https://id.erfgoed.net/themas/13717 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.