Rechte straat in het verlengde van de Motestraat tot aan het kruispunt met de Molenstraat. Zogenaamd naar de jaarlijkse volkskermis die op Sint-Michiel (29 september) op die plaats werd gehouden. Voornamelijk woonfunctie getypeerd door eenvoudige doorsnee-wederopbouwarchitectuur met rijwoningen voorzien van bakstenen gevel met simili-elementen; twee bouwlagen onder pannen zadeldaken (nok parallel aan de straat). Hoekpanden met afgeschuinde hoeken, onder meer nummers 1-3, 37, 82). Nummer 38-42: drie identieke lagere woningen met getoogde muuropeningen en luiken (nummers 40-42); waarschijnlijk van voor de Eerste Wereldoorlog. Nummer 66 van 1933 met puntgeveltje boven driezijdig uitspringende erker en fraaie dubbele inkompoort voorzien van een bovenlicht met glas in lood. Nummers 6-16: eenheidsbebouwing van 1920 met vijf woonhuizen naar ontwerp van A. Van Coillie (Roeselare); enkelhuizen in repeterend schema, puntgeveltje boven nummer 8, korfbogige muuropeningen op de begane grond en bovenvensters onder gestrekte simili-latei. Nummers 70-84: acht enkelhuizen in spiegelbeeldschema van 1933-1934 naar ontwerp van J. De Coninck (Roeselare); invloeden van de nieuwe zakelijkheid, zie licht uitspringende rechthoekige erker op de bovenverdieping en deur onder betonnen luifel.