Vrij grote gemeente (1.215 hectare, 5.114 inwoners). Behoorde onder het feodale regime tot de heerlijkheid Rotselaar; voorts waren er nog enkele ondergeschikte lenen en heerlijkheden. Tijdens de Beeldenstorm in de tweede helft van de 16de eeuw en de Franse invasie in de tweede helft van de 17de eeuw werd het dorp zwaar geteisterd. Pest- en cholera-epidemieën, respectievelijk in de 17de eeuw en de 19de eeuw. Stervormig ontwikkelde dorpskom met vierkant beboomd plekje aan de Beekstraat. Verder nog enkele geïsoleerde woonkernen in het landschap onder meer Dries, Lebeke, Vondelen Anderenbroek en Stichelen.
Landschappelijk belangrijk door het loofbos bij Herlinkhove (zuidoost) en de met canadapopulieren begroeide meersen langs de Wildebeek en Oliemeersbeek.
Bron: D'HUYVETTER C., DE LONGIE B. & EEMAN M. met medewerking van LINTERS A. 1978: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Aalst, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 5n2 (H-Z), Brussel - Gent. Auteurs: d'Huyvetter, Clio; de Longie, Bea; Eeman, Michèle Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)