Gemeente met twee woonkernen; 2.456 inwoners, en 568 hectare, gelegen op de westhelling van de Dendervallei, aan de Dender en de spoorlijn Geraardsbergen-Ninove. Woongemeente voor pendelaars. Thans stagnerende landbouw; voorheen bekend om zijn tabaksteelt. Appelterre wordt voor het eerst vermeld in 1218 als "Aptres", Eichem in 1142 in zijn huidige vorm; beide hoorden tot de heerlijkheid van Wedergrate. De abdijen van Nijvel, Ninove en het Sint-Jans-hospitaal van Gent bezaten grote eigendommen en pachthoeven. Eichem ontwikkelde zich zodat een eigen kerk noodzakelijk werd. Heden is het een kleine concentratie van huizen en hoeven rond een typisch kerkje. De gemeente wordt getypeerd enerzijds door het glooiende weidelandschap buiten de woonkernen, anderzijds door het grote aantal interessante gesloten hoeven, waaronder een zestal oude pachthoeven; concentraties van hoeven onder meer in de Eichemstraat (soms erg verbouwd zodat het hoeve-aspect aan straatzijde verloren ging) en - meer intact - ten noorden van de Muylemstraat.
DE KEYZER B., Appelterre-Eichem, Oost-Vlaanderen, 1972/5, p. 85-88.
DE POTTER F.-BROECKAERT J., Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, Gent (1895), reeks V, dl. I
TORREKENS M., Appelterre-Eichem, Oost-Vlaanderen, 1960/3, p. 57-59.
Bron: D'HUYVETTER C., DE LONGIE B. & EEMAN M. met medewerking van LINTERS A. 1978: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Aalst, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 5n2 (H-Z), Brussel - Gent. Auteurs: d'Huyvetter, Clio; de Longie, Bea; Eeman, Michèle Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)