Klein dorpje van 124 hectare met 317 inwoners, gelegen in een fraai beboomd, heuvelachtig landschap, doorsneden door de Molenbeek, ten zuidoosten begrensd door de Papen-Meerschenbeek. Oorspronkelijk beheerd door de Graven van Vlaanderen, daarna door het collegiaal kapittel van Kamerijk. Midden 14de eeuw afgestaan als leen aan het geslacht van Massemen; veranderde enkele malen van eigenaar, in 1703 in het bezit van de familie Colins. Dorp met uitgesproken landelijk karakter: smalle gekasseide invalswegen; bebouwing geconcentreerd rond de dorpskom hoeven verspreid in het landschap.
Bron: D'HUYVETTER C., DE LONGIE B. & EEMAN M. met medewerking van LINTERS A. 1978: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Aalst, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 5n2 (H-Z), Brussel - Gent. Auteurs: d'Huyvetter, Clio; de Longie, Bea; Eeman, Michèle Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)