Grote, dichtbevolkte gemeente van 767 hectare met 4.393 inwoners, gelegen in een sterk golvend landschap met talrijke beekdepressies. In 976 gesplitst in twee delen: een deel onder het beheer van de Sint-Baafsabdij, een ander deel behoorde tot het Land van Aalst, met een eigen vierschaar. In de middeleeuwen, belangrijke Sint-Lievensbedevaart en jaarmarkt, ingericht op Paasmaandag ter herdenking van het overbrengen van de relieken van Sint-Lieven van Sint-Lievens-Houtem naar de Sint-Baafsabdij (Gent). Talrijke misbruiken brachten Karel V ertoe deze bedevaart af te schaffen. Naar Balegem, Oosterzele en Landskouter toe: zandsteengroeven (Balegemse steen) en zavelputten. Dichte bebouwing, voornamelijk uit eind 19de- tot begin 20ste eeuw. Fraaie landschappen naar de uithoeken toe: onder meer Hondshuffel met stenen Christus aan het kruis omringd door lindebomen langs een veldweg. Gehucht Bockstaele: gesloten en semi-gesloten hoeven met bakstenen gebouwen onder zadeldaken, uit eind 19de- tot begin 20ste eeuw. In de dorpskom, achter het gemeentehuis, textielfabriek (Fabriekstraat) en sociale woningwijk (Olmen- en Beukenlaan).
Bron: D'HUYVETTER C., DE LONGIE B. & EEMAN M. met medewerking van LINTERS A. 1978: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Aalst, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 5n2 (H-Z), Brussel - Gent.
Auteurs: d'Huyvetter, Clio; de Longie, Bea; Eeman, Michèle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)