Landbouwers- en woonforenzengemeente, bestaande uit twee historische kernen, Neerkanne ten noorden en Opkanne, het huidige centrum, ten zuiden.
Gelegen in het Maasdal, aan de Jeker, die vijf kilometer verder in de Maas uitmondt, en het Albertkanaal (aangelegd 1930-1934), het reliëf bepaald door de diepe insnijding van de Jekervallei. Traditioneel werd de economie bepaald door de mergelwinning, onder meer in de Sint-Pietersberg, een circa 8 kilometer lange kalkheuvel op grondgebied van de provincies Luik, Belgisch en Nederlands Limburg. Deze steengroeven zijn zeer oud, reeds de Romeinen ontgonnen er het gesteente. Het gangenstelsel klimt op tot 14de eeuw (het oudste ondekte opschrift dateert van 1468). Er is een intensieve mergelontginning van de 16de tot de 18de eeuw, waarna deze sterk afneemt om na de Tweede Wereldoorlog volledig te verdwijnen. De groeven worden daarna nog een tijd lang voor de champignonteelt gebruikt. Het gangenstelsel op Belgisch grondgebied omvat de Caestertgroeve, met bijzonder hoge (tot 12 meter) en onregelmatige gangen, de groeven Ternaaien-Boven (met oudste jaartal 1601) en Ternaaien-Beneden, het meest recente gangenstelsel. De gangen behielden een groot aantal graffiti: naast inscripties met betrekking tot het steenhouwerswerk en tellingen van mergelblokken ook eigenaarsmerken, devotietekens, religieuze en andere afbeeldingen.
De Romeinse kolonisatie van Kanne blijkt uit de sporen van een begraafplaats. De Romeinse weg Tongeren-Maastricht loopt door het grondgebied.
Eerste vermelding van de nederzetting in 965 als Cannes. Zoals vermeld bestond het grondgebied uit twee domeinen, Opkanne, waarschijnlijk een prinsbisschoppelijk domein, in 965 door schenking overgemaakt aan het kapittel van Sint-Martinus te Luik, dat tot 1795 de heerlijke rechten bezat, en Neerkanne, een allodiale heerlijkheid, afhankelijk van het Allodiaal Hof van Luik. Achtereenvolgens in leen gegeven aan de families van Liers (1351), Chabot (1454), de Villers (1477), Pité (1496), Vander Straten (1575), de Pallant (1607), de Wansoulle (1643), de Dorpff (1697), de Coenen (1761), de Thier (1792). De eerste heren van Kanne resideerden in het kasteel Harff, gelegen aan de Bovenstraat; de ruïne leed bij een bombardement in 1944 zeer veel schade en is thans verdwenen. In 1391 gaat dit goed over op de familie van den Bosch; de beruchte Guy de Canne, of Ghys van Kanne (1443-1486) was één der bezitters van het kasteel; aan de zijde van Guillaume de la Marck speelt hij een bepalend rol in de burgeroorlog tussen de de la Marcks en de Hoorners; hij brengt het tot momber van het prinsdom en groot-meier van Luik; in 1486 wordt hij in Luik door de woedende volksmenigte afgemaakt.
De heren van Kanne verbleven in het kasteel van Neerkanne, dat de historische naam Agimont draagt en voor het eerst vermeld wordt in de vrede van Fexhe (1316).
Elke heerlijkheid had een eigen gemeente met schepenbank, die Luiks recht sprak en in beroep ging bij de Luikse schepenbank, en met een eigen burgemeester. Tijdens de Franse bezetting (1794) worden de twee gemeenten verenigd. In 1843, bij de splitsing van Nederlands en Belgisch Limburg, wordt door toedoen van de kasteelheer van Neerkanne het kasteel met de omliggende goederen bij Nederland gevoegd. Als parochie voor beide gemeenten fungeerde de Sint-Hubertusparochie, met kerk te Opkanne; begevingsrecht en tienden waren in bezit van het Sint-Martinuskapittel van Luik. Sedert 1647 bevond zich te Neerkanne de Heilige-Grafkapel, bediend door de sepulchrienen van Hoogcruts bij Noorbeek, vanuit hun rectorshuis tegenover de kapel (confer Muizenberg).
Bij de verschillende belegeringen van Maastricht tijdens de oorlogen van Lodewijk XIV en Lodewijk XV in 17de en 18de eeuw had het dorp herhaalde malen te lijden van inkwartieringen en opeisingen.
Oppervlakte: 362 hectare. Aantal inwoners (1990): 880.
Het Plateau van Caestert is een beschermd landschap gelegen ten zuidoosten van Kanne dat deel uitmaakt van de Sint-Pietersberg, een geomorfologisch uniek gebied door de aanwezigheid van karstverschijnselen (dolines, orgelpijpen) in deze kalkafzetting (rijk aan fossielen), afgewisseld met een opeenhoping van vuursteenknollen (silex). Erg verwilderd bos (lianen) met overdadige groei van bosanemonen in de kruidlaag en talrijke zeldzame planten op deze kalkafzetting (eveneens bedekt met een zeer vruchtbare löss). Naast een rijke flora wordt tevens een rijke fauna aangetroffen met vooral vleermuizen, die een onderkomen vinden in de talrijke mergelgroeven.
- BATS H., Het Plateau van Caestert. Een monumentaal landschap op de grens van twee landen en drie provincies, Monumenten en Landschappen, 8, 1989, p.4-25).
- BAUWENS-LESENNE M., Bibliografisch repertorium van de oudheidkundige vondsten in Limburg, behoudens Tongeren-Koninksem (vanaf de vroegste tijden tot de Noormannen), Brussel, 1968, p.138-139.
- COENEN J., Het kasteel Harff te Kanne, (Limburg, 28, 1948, p.41-52).
- COENEN J.,De kastelen van den Maaskant, Maaseik, 1947, p.233-243.
- DE DIJN C.G., Kunst en Oudheden in Limburg. Monumentenroutes 1975, St.-Truiden, 1975, p.36.
- FRANQUINET G.D., Recherches historiques sur les Seigneurs d'Agimont et de Nedercanne, (Bulletin de l'Institut archéologique liégeois, 1, 1852, p.71-90).
- POSWICK E., Notice historique sur la seigneurie de Nedercanne, (Publications de la Société historique et archéologique dans le duché de Limbourg, 14, 1877, p.243-322).
- SCHAIK D.C. VAN, De historische betekenis van de Sint-Pietersberg, (Publications de la Société historique et archéologique dans le Limbourg, 85, 1949, p.637-643).
- VAN HEUKELOM J., Toponymie van Kanne, (Verzamelde Opstellen uitgegeven door den Geschied- en Oudheidkundigen Studiekring te Hasselt, 13, 1937, p.209-280).
- VANDEN EEDE K., inspecteur Bestuur Monumenten en Landschappen , Onuitgegeven nota's.