Woonforenzen- en landbouwgemeente, met voorheen mergelontginning, later kampernoeliekwekerijen (eerste helft 20ste eeuw). De twee kernen Val en Meer waren tot de Franse tijd twee afzonderlijke gemeenten. Beide zijn straatdorpen, de bebouwing, met een opvallend aantal verbouwde hoeven en resten van hoeven, geconcentreerd aan de Valmeerstraat en Bergstraat (Meer) en de Bampstraat en Grotestraat (Val).
De bewoning klimt op tot de prehistorie (vondst van een vuurstenen bijl). Belangrijke Romeinse resten: een Romeins graf (met mobilair), sporen van centuriatio en van een Romeinse nederzetting op de Meerberg (noorden van de gemeente), aan de heerbaan Tongeren-Maastricht-Heerlen die de grens volgt met Herderen en Riemst; hier werden in 1966 de bouwresten van een villa (2de-3de eeuw) opgegraven.
Eerste vermelding in 1147 als Falla. Val was een Loonse heerlijkheid, die in 1366 naar het prinsbisdom overging. De schepenbank sprak Loons recht, en ressorteerde onder de buitenbank van Bilzen, soms ging ze ook in beroep bij het oppergerecht van Vliermaal.
Meer en Bolder (confer Zichen-Zussen-Bolder) vormden één, oorspronkelijk Loonse heerlijkheid, vanaf 1366 van de prinsbisschop van Luik en achtereenvolgens in leen gegeven aan de familie van Guigoven (14de eeuw) en de Méan (1588-1796, kasteel in Bolder). De schepenbank sprak Luiks recht en ging in beroep bij de Luikse schepenbank. In 1794-95 wordt Bolder bij Zichen-Zussen gevoegd, Meer bij Val.
Val en Meer waren twee kwartkapellen van de parochie Millen. De rector van de Sint-Stefanuskapel van Val bediende ook de Sint-Severinuskapel van Meer. Begin 19de eeuw werden Val en Meer afzonderlijke parochies. In 1898 wordt Meer bij de parochie Val gevoegd.
Oppervlakte: 509 hectare. Aantal inwoners (1990): 1.663.
- BAUWENS-LESENNE M., Bibliografisch repertorium van de oudheidkundige vondsten in Limburg behoudens Tongeren-Koninksem (vanaf de vroegste tijden tot de Noormannen), Brussel, 1968, p.355-356.
- BOUVEROUX P., Bondige geschiedkundige schets van Fal-Meer, (Limburg, 12, 1931, p.218-220).
- DE BOE G., Val-Meer: Romeinse villa, (Archeologie, 1966, 2, p.69).
- HARDENBERG H., Het Limburgsch gedeelte van de Romeinse Heerbaan Keulen-Tongeren, (De Maasgouw, 62, 1942, p.24).
- ROBYNS O., De Parochie Fall-Mheer, (Limburg, 8, 1926, p.65-68).
- VAN DOORSLAER A., Repertorium van de begraafplaatsen uit de Romeinse tijd in Noord-Gallië, Brussel, 1964, vol.I, p.147-148.