In 1970 opgenomen bij As. Voor het eerst vermeld in 1502 als "Nyel" (middelnederlands "Niel": voorover; in 't Niel: in de diepte, voorover).
Kempisch plateau, met ten westen, insnijding van de Bosbeekvallei. Daardoor drie gebieden, bepalend voor vroegere bewoning: het plateau (zandige grindbodem), de vervlakking (vruchtbaarste grond), de valleibodem (moerassige grond).
Oorspronkelijk gehucht bij Dilsen (graafschap Loon) onderworpen aan de schepenbank van Dilsen. Heerlijke rechten in het bezit van de Luikse Bisschopstafel; in 1753 samen met As in pandleen gegeven aan Baron de Roosen (zie As).
Vanaf 1624 overeenkomst tussen de pastoors van As en Dilsen, waardoor de pastoor van As toelating kreeg de sacramenten aan Nielenaren toe te dienen. Niel kreeg pas een kerk gewijd aan Sint-Niklaas van Tolentijn en pastorie in 1736, gebouwd door Godfried Bex, pastoor van Dilsen, wiens familie uit Maaseik patronaatsrecht behield. In tegenstelling tot As bestond Niel niet uit geïsoleerde gehuchten, maar uit het Dorp aan de weg As-Maaseik en de Geenstraat (Greenstraat, Groenstraat, weg naar de beemden), vertrekkend ten westen vanuit het dorp naar de Kalenberg.
Eertijds dunbevolkte gemeente met belangrijke aangroei vanaf de 20ste eeuw door het nabijgelegen industriegebied Genk.
Vroegere landbouwuitbatingen gelegen op de beschutte plaatsen in de vallei tussen plateau en dalbodems; vandaar drie woonkernen: het dorp (thans Hoogstraat), gelegen in het meest vruchtbare gebied en ook de oudste woonkern, de Daalstraat en de Geenstraat (thans Grotstraat), verbinding tussen beide eerste. Hooilanden lager in de Bosbeekvallei met aan de Opglabbekerbaan (huidige Schansbroekstraat) de schans van 1636; bouwlanden bij de boerderijen. Langgestrekte hoeven, oorspronkelijk in vakwerkbouw, versteend tijdens de 19de - 20ste eeuw, eerst met veldkeien later met cement- en baksteen. Alleen de Geenstraat en de verspreide hoeven bij de Bosbeekvallei vertonen nog het landelijk karakter. In het dorp werd de oude kerk door een nieuwe vervangen; alleen de oude pastorij (tussen de recente lintbebouwing) herinnert nog aan de vroegere bebouwing. Nieuwe woonwijken ten oosten van de Hoogstraat op de vroegere heide en in de dennenbossen. Oppervlakte: 730 hectaren. Inwonersaantal (1970): 1.433.
Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van GYSELINCK J., LINTERS A., WISSELS R., BUYLE M. & DE GRAEVE M.-C. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6n1 (A-Ha), Brussel - Gent. Auteurs: Schlusmans, Frieda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)