Voor het eerst vermeld in 1186 als Beuerlo (Germaans "bibru": bever, en "bauha": bosje op hoge zandgrond).
Vlak reliëf in het westen, de Staleikerheide (militair domein) met droge zandgronden en uitgestrekte dennenbossen. Rond de bewoonde kern goed gedraineerde zand- en lemige zandgronden; rond de beekvalleien onvoldoende gedraineerde bodems.
Buiten het gehucht Korspel maakten ook Heppen en Leopoldsburg tot 1846 deel uit van het grondgebied Beverlo dat behoorde tot de heerlijkheid Ham.
De parochie Beverlo had als dochterkerk de parochie Kwaadmechelen. De pastoor werd benoemd door het Sint-Lambertuskapittel. De huidige Sint-Lambertuskerk is gelegen op een kunstmatige heuvel ten westen van het dorp, laatstgenoemde met driehoekig dorpsplein, waarlangs de weg Beringen-Heppen liep; deze oude weg werd recent vervangen door de noordwestelijke omleiding. Sinds 1919 evolueerde de gemeente van landbouw- naar forensengemeente door de nabijheid der steenkoolmijn van Beringen-Mijn ten zuiden van de dorpskom: een gedeelte der tuinwijken van Beringen-Mijn werd aangelegd op het grondgebied Beverlo. Zeer recente uitbouw van de dorpskom ten zuidoosten, onder invloed van de nabijgelegen industrieterreinen Kwaadmechelen-Tessenderlo. De vroegere kleine landbouwbedrijven zijn dan ook vrijwel volledig verdwenen.
Oppervlakte: 1.656 ha. Aantal inwoners (1976): 6.420.
JAMAR H., Leopoldsburg (Beknopte geschiedenis der dorpen der Zuiderkempen, 3), Tongerlo, 1950
Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van GYSELINCK J., LINTERS A., WISSELS R., BUYLE M. & DE GRAEVE M.-C. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6n1 (A-Ha), Brussel - Gent. Auteurs: Schlusmans, Frieda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)