Voor het eerst vermeld in 714 als Halon (Germaans Halhum: bocht in hoogland). In noordoostelijk Hageland, aan de Velpe en de samenvloeiing van Gete en Demer, met ten noorden de brede vochtige depressie der Demervallei, ten zuidwesten het Hageland met zuidwest- en noordoostwaarts gerichte heuvelruggen (Blokkenberg, Kluisberg, Muttenberg), ten oosten Vochtig Haspengouw.
De stad ontstond bij de weg Brabant-Keulen, bij de samenvloeiing van Gete, Velpe en Demer, op de grens van Brabant met Luik. Centraal, rechthoekig marktplein met de kerk in de noordoosthoek; aan de noordzijde de weg Diest-Hasselt en een noordelijke vertakking (Schoolstraat) naar de Kempen.
In 746 vermeld als schenking van Robrecht van Haspengouw aan de abdij van Sint-Truiden, doch vanaf 1200 Brabants grondgebied; in 1206 schenking der Brabantse stedelijke vrijheden door Hendrik I. Het grondgebied Halen besloeg toen niet alleen de stad Halen doch ook Wever, Attenrode, Meersel, Surbeempde, Glabbeek, Dorne, Webbekom, Bets, Winghe, Kersbeek, Cortenaeken, Kiesekem, Bursbeek, Kerckem en Vissenaken. In 1385 kreeg de stad haar omwalling met ruitvormig verloop; ten westen, de Diestse poort, ten oosten, de Luikerpoort. Na verwoestingen in 1567 en 1572 door Hollandse en Spaanse troepen werden pas in 1706 herstellingswerken uitgevoerd, de twee poorten werden tussen 1769-1780 heropgebouwd; na de Franse tijd, in 1823, volledig gesloopt. Buiten enkele gebouwen in traditionele stijl onder meer De Arend, het Munthuis op de Markt en de Molen op de Velpe, concentratie van herenhuizen en afspanningen uit de tweede helft van de 18de en de 19de eeuw, aan de Diestse- en Luiksestraat.
Nog duidelijke plattelandsgemeente met nadruk op de landbouwactiviteit, ten zuiden van de weg Diest - Hasselt; recente industriële inplantingen (papierfabrikatie en electrotechnische toestellen) ten noorden bij de staatsbaan, die de oude handelsweg door de stad van het doorgaand verkeer ontlast, en waarbij een nieuwe woonkern ontstond. Temidden van het agrarisch gedeelte, de voormalige cistercienzerinnenabdij Mariëndal te Rotem en de Kluis van Reynrode. Bij de landelijke architectuur is de vakwerkbouw vrijwel volledig verdwenen, dominerend is de baksteenbouw met losse schikking, en semigesloten tot gesloten aanleg. Bij de IJzerenbeek en de Velpe met hun licht glooiend landschap speelde zich in 1914 de laatste grote cavalerieslag af uit de geschiedenis, gekend als de "Slag der Zilveren Helmen" die uitliep op een Belgische overwinning zonder grote gevolgen voor het verloop van de Eerste Wereldoorlog.
CUPPENS A., De slag der zilveren helmen, Diest, 1919.
MAAS P., Kort overzicht van de geschiedenis der stad Halen, Hasselt, 1877-1878.
RAYMAECKERS F., Historische oogslag op het stadje Halen en het voormalige vrouwenklooster Mariënrode (Brabantsch museum voor oudheden en geschiedenis, s.l. 1860, p. 292-362).
ULENS R. De steden Herk en Halen in het verleden (Jaarboek van het Limburgsch geschied- en oudheidkundig gezelschap, 47, 1933, p. 173-185).
Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van GYSELINCK J., LINTERS A., WISSELS R., BUYLE M. & DE GRAEVE M.-C. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6n1 (A-Ha), Brussel - Gent. Auteurs: Schlusmans, Frieda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)