Voor het eerst vermeld in 1107 als Harke (van het Germaanse "harc", woud, of het Keltische "arica", kleine rivier), later, tot aan de Franse tijd, Wuest-Herk (West-Herk). Gemeente in Vochtig-Haspengouw, gelegen aan de Herk en de Demer, en met dalend reliëf naar de noord-depressie der Demervallei.
Ontstaan aan de handelsweg Brabant-Rijnland, bij de grens van het graafschap Loon met het hertogdom Brabant. Speelde door zijn ligging reeds een belangrijke rol tijdens de 13de eeuw; in 1417 toekenning van het Luiks recht voor de binnenkuip, het Loons recht bleef gelden voor de gehuchten Donk, Schakkebroek, Diepenpoel, Oppum en Wijer (gedeeltelijk). De Onze-Lieve-Vrouwekerk stond ter begeving van het Onze-Lieve-Vrouwekapittel van Maastricht en was moederkerk van Schulen en Wijer.
Reeds in 1389 vermelding van de stadsomwalling waarvan het eivormig patroon volledig bewaard bleef in de nieuwe lanen, die vanaf de eerste helft van de 20ste eeuw de omwalling met haar grachten vervingen: ten noordwesten de Gulden Sporenlaan, ten zuidwesten de Dr. Van Weddingenlaan, ten zuidoosten de Veearts Strauwenlaan, en zeer recent, vanaf 1978, ten noordoosten de Vezerlaan, geheten naar de nog bestaande stadsgracht aldaar; tijdens de eerste helft van de 20ste eeuw werd het overige gedeelte der Vezer reeds gedicht. Op de omwalling lagen drie poorten, die pas eind 19de eeuw gesloopt werden: de Halense poort ten westen, de Hasseltse poort ten noordoosten en de Oppemse poort of Sint-Truiderpoort ten zuidoosten; van de Hasseltse poort bleven de fundamenten van de linker toren bewaard ter hoogte van de inrijpoort der hoeve, Hasseltsestraat nummer 35.
De binnenstad werd herhaaldelijk door zware branden geteisterd in 1669, 1679 en tenslotte in 1781, vandaar het huidige uitzicht, voornamelijk gedomineerd door neoclassicistische woningen uit de 19de eeuw (mogelijk met oudere kern); een uitzondering vormde het voormalige laathof van de graven van Loon, vlak na de Tweede Wereldoorlog afgebroken. Buiten de Sint-Maartensstraat (Nieuwstraat) bleef het vroegere stratenpatroon in de kleine binnenstad ongewijzigd; de Zoutbrugstraat was vóór de aanleg van de Sint-Truidersteenweg in 1845 door een smal houten bruggetje over de Vezer met de zuidelijke gehuchten verbonden, en werd daarna de belangrijkste zuidelijke invalsweg in plaats van de Ridderstraat, de vroegere invalsweg vanuit Sint-Truiden.
De gehuchten vertonen het patroon van straatdorp. Ondanks de toenemende bebouwing nog talrijke, gaaf bewaarde hoeven in vakwerk, met plattegrond gaande van langgestrekt tot gesloten.
Oppervlakte: 2.595 hectare. Aantal inwoners (1976): 6.108.
ENCKELS R., Beknopte geschiedens van Herk-de-Stad, Herk-de-Stad,
ULENS R., De steden Herk en Halen in het verleden (Jaarboek van het Limburgsch geschied- en oudheidkundig gezelschap, 47, 1933, pagina 173-185).
VAN DER STRAETEN, Notes sur Herck-la-Ville (Leodium, II, 1912).
Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van GYSELINCK J., LINTERS A., WISSELS R., BUYLE M. & DE GRAEVE M.-C. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6n2 (He-Z), Brussel - Gent. Auteurs: Schlusmans, Frieda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)