Gemeente gelegen op de grens van Hageland en Zuiderkempen met het Kempisch Plateau, aan het Albertkanaal. Heuvelachtig reliëf met getuigheuvels: droge zandgronden, en natte, lemige zandgronden in de beekvalleien van Mangelbeek, Laembeek en Echelbeek.
Prehistorische silexvondsten naast Romeinse vondsten. Het dorp werd in 1232 gesticht door Lodewijk van Loon en Godinus van Duras. Zolder, Zonhoven, Houthalen en Hauwijken (het huidige Eversel, zie Heusden) vormden samen de Heerlijkheid Vogelsanck, in 1308 voor het eerst vermeld (zie Kasteel van Vogelsanck). De heerlijkheid was onderworpen aan een schepenbank, die de jurisdictie had over de gehuchten Zolder, Viversel, Bolderberg, Stokrooie en Zonhoven, met beroep bij de schepenbank van Vliermaal.
Parochie afhangende van het bisdom Luik, de aartsdiaconie Kempen en de dekenij Beringen. Begevingsrecht tot 1241 bij de abdis van Herkenrode, evenals de tienden, in 1218 door Arnoldus van Veldeke aan de abdij geschonken, en in 1241 verdeeld tussen de abdij en de pastoor van Zolder. In 1304 werd het begevings- en tiendrecht door Arnold V aan de abt van Averbode overgemaakt. De voornaamste economische bedrijvigheid was het huidvetten en de hennepteelt, bestemd voor visnetten (export naar Zeeland en Holland); ook schapen- en bijenteelt, op de heide, en visvangst op de vele vijvers, aangelegd door de abdijen van Herkenrode en Averbode; vanaf de tweede helft van de 19de eeuw tot 1930 ijzerertswinning (ten oosten van het centrum), met uitvoer naar het Rijnland; vanaf 1908 steenkoolontginning op het gehucht Voort; deze nijverheid verdrong geleidelijk aan alle andere, en is de oorzaak van het ontstaan van de sociale woonwijken op de noordgrens met Heusden.
Het centrum der gemeente is gelegen op een hoogplateau, eertijds doorsneden door de Holstraat (verbinding tussen Nieuwstraat en Dorp), in 1596 gedicht. Thans heeft Zolder het uitzicht van een straatdorp, waar het vroeger een kerndorp was rondom het driehoekig dorpsplein, de "Biest", met schans (de "Motsgraaf"), huizen, gemeentehuis en molen (verdwenen in 1963-1964 bij de bouw van het nieuwe gemeentehuis en de aanleg van de bijhorende parking). Van de langgestrekte hoeven in vakwerk van het Kempisch type bleven nog enkele voorbeelden bewaard, onder meer in het gehucht Boekt.
Oppervlakte: 3.684 hectare. Aantal inwoners (1976): 12.598.
DANIELS P., Les origines du château et de la seigneurerie de Vogelsanck (Verzamelde opstellen van de geschied- en oudheidkundige kring van Hasselt, 4, 1928, pagina 44).
DEPREZ A. - ROGIERS J., Dorpsmonografie van de gemeente Zolder, gestencileerde uitgave, Kuringen, s.d.
DIGAN J., Zolder en de heerlijkheid Vogelsanck (Tijdschrift van de Touringclub van België, 41, 1935, pagina 301-305).
Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van GYSELINCK J., LINTERS A., WISSELS R., BUYLE M. & DE GRAEVE M.-C. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6n2 (He-Z), Brussel - Gent. Auteurs: Schlusmans, Frieda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)