Gemeente op de grens van de Kempen met Vochtig Haspengouw, aan de Demer; vlak terrein met zuidelijke heuvel, die de brede moerassige Demervallei beheerst; Demervallei of Schulensbroek uitgegraven tot het Schulensmeer./p>
Voor het eerst vermeld in 1108 als Lencholt (germaanse "hlanku" krom en "hulta", hout). Eertijds deel van de Heerlijkheid Lummen, doch voor het grootste deel Brabants; Loonse gronden onderhorig aan de abt van Sint-Truiden. Parochie eerst afhankelijk van het bisdom Luik, aartsdekenij Brabant, dekenij Zoutleeuw; na 1599 van het bisdom Mechelen, dekenij Diest.
Straatdorp aan de weg Halen - Lummen, met centraal, driehoekig dorpsplein met kerk; evenwijdig met de hoofdweg loopt de Schansstraat, even ten noorden van de Demer, met vroegere concentratie van landbouwbedrijven (vóór de 20ste eeuw). Versteningsproces der hoeven blijkbaar reeds tijdens de 18de eeuw ingezet en tijdens de 19de eeuw voltooid; de hoevetypes gaan van langgestrekt tot gesloten. Het landelijk karakter van het straatdorp, benadrukt door het driehoekig dorpsplein met lindebomen, bleef bewaard ondanks recentere lintbebouwing aan de weg Halen - Lummen en woonuitbreiding ten noordoosten.
SIMENON G., Notes pour servir à l'histoire des paroisses qui dependaient de l'abbaye de Saint-Trond, Liège, 1908, pagina 110-113.
Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van GYSELINCK J., LINTERS A., WISSELS R., BUYLE M. & DE GRAEVE M.-C. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6n2 (He-Z), Brussel - Gent. Auteurs: Schlusmans, Frieda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)