Gemeente in Vochtig Haspengouw, aan de Bergbeek. Vermeld in 784 als Septimburias (Latijns, zeven bronnen). Tot aan het einde van het ancien régime, een der elf banken van het Sint-Servaaskapittel te Maastricht, rechtstreeks onder de bescherming van het Keizerrijk en het voogdijschap der Loonse graven. Bestuur waargenomen door kanunnik-rijproost (rentmeester) van Sint-Servaas. Schepenbank benoemd door het kapittel te Maastricht.
Landbouwgemeente met straatdorp aan de driesprong der wegen Kozen-Brustem en Sint-Truiden-Zepperen, met centrale Sint-Genovevakerk, pastorie en rentmeesterhuis; aan de wegen, semi-gesloten en gesloten hoeven in vakwerkbouw van het Vochtig-Haspengouwse type, daterend van de 16de tot de 20ste eeuw. Ten noorden van het dorp, bij de Melsterbeek, het vroegere bogaardenklooster, schoolinstelling sinds deze eeuw. Opvallend in het landschap: talrijke fruitplantages. Door de nabijheid van het Sint-Truidens industriegebied, toenemende pendel met recente wooninplantingen ten noordoosten en ten zuidoosten van het dorpscentrum.
Oppervlakte: 1.117 hectare. Inwonersaantal (1976): 2.686.
Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van GYSELINCK J., LINTERS A., WISSELS R., BUYLE M. & DE GRAEVE M.-C. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6n2 (He-Z), Brussel - Gent.
Auteurs: Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)