Gemeente van 2.240 hectare en 5.923 inwoners (1972), begrensd door De Klinge (ten noorden), Meerdonk en Vrasene (ten oosten), Nieuwkerken, Sint-Niklaas en Sint-Pauwels (ten zuiden), Kemzeke (ten westen).

De oudst bewoonde plaats zou de Ripstraat, ten Noorden van de dorpskom, geweest zijn, vroeger gelegen aan de oever van de zee. Op deze plaats werd een groot aantal askruiken uit Keltische of Germaanse tijd gevonden. Het klooster van Onze-Lieve-Vrouw van Cusforde (zogenaamd "Kluizenhof") ontstond ook hier, eind 11de tot begin 12de eeuw (eerste document 1123). Dit was goed begiftigd en speelde een belangrijke rol in de ontginning van de heide in landbouwgrond. Ook de Sint-Pietersabdij te Gent, die het Sint-Gillisbroek en de Roode- en Moerpolder (ingedijkt in 1615) in eigendom bekwam, droeg bij tot de stoffelijke ontwikkeling van de gemeente.

Typisch straatdorp met voornamelijk lijstgevels uit de 19de eeuw. Gemeentehuis uit de 17de eeuw met volkomen artificiële tuin naar Frans model aangelegd met plantenmateriaal vreemd aan de streek. Monumentale neogotische kerk; voorts enkele herenwoningen met uitgestrekte en beeldbepalende tuin. Ten noorden van de dorpskom, aanleunend tegen de zogenaamde "Stropersbossen" of "Koningsforeest", gehucht 't Kalf met moderne kerk van 1961. De thans afgedankte spoorlijnen Mechelen-Terneuzen en Eeklo-Antwerpen zorgden vroeger voor de ontsluiting van de gemeente.