Gemeente van 3.133 hectare en 8.960 inwoners (1973), begrensd door Nederland (ten noorden), Kemzeke (ten oosten), Sinaai (ten zuiden), Klein-Sinaai (ten westen).
De ligging op de Romeinse heirbaan van Brugge naar Antwerpen, en de vondst van Romeinse penningen duidt op een vroege bewoning. Voor de 13de eeuw komt de plaatsnaam niet in documenten voor. Het graven van de Stekense vaart tussen Gent en Hulst in 1315, zorgde er voor dat Stekene een der bloeiendste gemeenten werd van het Land van Waas. De gemeente kreeg hierdoor namelijk een ideale ontsluiting voor de export van zijn gebakken tichels. In de 16de eeuw bestonden hier 50 steen- en tichelbakkerijen die echter door oorlogen in de eerste helft van de 16de eeuw en het dichtslibben van de waterweg ten onder zijn gebracht. Het Noorden deel van de gemeente bezit voornamelijk polder- en heidegronden, overblijfselen van oude zeeduinen, de onvruchtbaarste van het grondgebied.
Het ruime dorpsplein wordt beheerst door de monumentale gotische kruiskerk; eveneens beeldbepalend is het neogotisch gemeentehuis. Aangename accenten vormen het zogenaamde "huis Tack" uit de 17de eeuw en de gietijzeren pomp uit de 19de eeuw. De belangrijkste straat, de Polenlaan, bezit een lintbebouwing met een groot aantal panden uit de 18de en de 19de eeuw.
Bron: DEMEY A. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Sint-Niklaas, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 7n2 (S-T), Brussel - Gent.
Auteurs: Demey, Anthony
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)