Gemeente van 2772 hectare begrensd door Kieldrecht en Doel (noorden), de Schelde (oosten), Melsele en Beveren (zuiden), Verrebroek (westen). Dalend aantal inwoners: 1950 (1976).
Mogelijk één van de oudst bewoonde streken van het Land van Waas, ontstaan aan de zuidelijke rand van het moerassig gebied. De primaire woonkern (Friezen) moet gesitueerd worden op het hoogst gelegen gedeelte (Hoog Kallo) dat zelfs bij stormvloed van de Schelde niet onder water kwam. De kerstening zou reeds in de 7de eeuw gebeurd zijn door de Heilige Amandus, doch pas in 1179 is er voor het eerst een schriftelijk bewijs van een kerk. Zeer bloeiend vissersdorp in de 12de en 13de eeuw dat zich stilaan door indijkingen beveiligde tegen het water. Geregelde overstromingen in in de 14de en 15de eeuw en het doorsteken van de dijken in 1584 door Alexander Farnese hadden een nefaste invloed op de economische vooruitgang. Pas in de 17de eeuw werden de polders opnieuw ingedijkt: Sint-Anna en Keetenisse (1649), Sint-Niklaas-, Aendorp- en Verrebroekpolder (1653). Kallo lag herhaalde malen in de frontlijn (zie Slag bij Kallo, 1638), waarvan vroegere forten nog getuigen (Liefkenshoek, de Perel, Sint-Marie).
De geconcentreerd voorkomende arbeidershuizen vormen de enige overblijfsels van de vroegere industriële activiteit, waarbij de heden gesloopte bedrijfsgebouwen vooral op agrarische produkten waren afgestemd.
De vruchtbare polders, door de eeuwen heen gegroeid, worden heden onherroepelijk van de kaart geveegd door uitgebreide grondopspuitingen ten diepste van industrievestigingen, zodat thans nog enkel de dorpskom behouden is, omgeven door een nieuwe skyline.
Bron: DEMEY A. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Sint-Niklaas, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 7n1 (B-L), Brussel - Gent.
Auteurs: Demey, Anthony
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)