Loopt vanaf het noordoosten van de Grote Markt en gaat over in respectievelijk de Gitsestraat en de Hoogleedsesteenweg. Samen met onder meer de Oost- en de Zuidstraat een der oudste straten van Roeselare (zie Sanderus, 1641); ten westen, Uylstraetje en ten oosten, het Keersstraetje dat met twee uitgangen vanuit de Noordstraat naar de Ooststraat liep, en de Broeckstraete. In 1754 kreeg de straat een belangrijke verkeersfunctie vermits ze een onderdeel werd van de Theresiaanse baan van Menen over Roeselare en Torhout naar Brugge. Vanaf de tweede helft van de 19de eeuw komen er verschillende nieuwe zijstraten bij: in 1846 de Kokelaarstraat, in 1868 de Sint-Amandsstraat, in 1871 de Gaaipersstraat, in 1922 de Désiré Mergaertstraat en in 1838 de Adriaan Willaertstraat. Vanaf 1899 liep de stoomtramlijn Hooglede-Roeselare over de Noordstraat naar de Grote Markt. Tijdens de Eerste Wereldoorlog heeft de straat sterk onder de beschietingen geleden. Tot begin deze eeuw werd de wijk aan het einde van de straat "Het Fort" genoemd; vermoedelijk teruggaand op vestigingswerken die Lodewijk XIV eind 17de eeuw in de Nederlanden liet uitvoeren.
Van oudsher is de Noordstraat een woon-, winkel- en ambachtsstraat. Voor 1914 waren er drie brouwerijen gevestigd: "De Ooievaar" van de familie Mahieu-Tack die ook na de oorlog verschillende panden in de straat bezat (zie nummers 87, 91-105), de brouwerij Deleu en Facon-Vanhonsebroeck (zie nummer 135). Daarbij kwamen de cichoreifabriek Verburgh en het constructiewerkhuis Sabbe-Maselis. Beeldbepalend voor de straat begin 20ste eeuw moeten ook de bloemmolens van Hostens-Maselis (zie nummer 212) zijn geweest. Het commerciële karakter van de straat is met de wederopbouw na de Eerste Wereldoorlog nog meer benadrukt. Heden gevarieerde woon- en winkelfunctie; ook talrijke horecazaken en gebouw van de Stedelijke Beroepsschool voor Sociale Promotie (zie Kokelaarstraat). Ook bankgebouwen; vanouds bakermat van de Bank van Roeselare.
Straat met nagenoeg recht tracé. De rooilijn springt naar voren vanaf nummer 105, maar wijkt daarna sterk terug met het recente woon- en winkelcomplex met parking dat de rijbebouwing onderbreekt en dat uitkomt in de Kattenstraat; nummer 129 ligt opnieuw op de oude rooilijn.
Basisbebouwing met burgerhuizen (nok parallel aan de straat) van drie tot twaalf traveeën en twee of drie bouwlagen; enkele arbeiderswoningen op het einde van de straat (nummers 175-181, 189-191). De hoekpanden -vaak (voormalige) café's- met de zijstraten hebben een afgeschuinde hoektravee met ingangsdeur (nummers 79-81, 83, 124). Het oorspronkelijke karakter van de winkelhuizen is op de begane grond meestal teloor gegaan door vervangende, recente winkelpuien. Verschillende gecementeerde of bepleisterde 19de-eeuwse lijstgevels (onder meer nummers 11, 13, 17, 38, 46, 71-73, 76, 106, 120, 135, 140, 141, 196, 204); nummers 12, 32, 43 bekleed met glazuurtegels; nummers 55, 78, 79-81, 194, 185-187 vertonen bakstenen lijstgevels. Nummers 6, 9, 14, 20, 212 hebben een eclectische gevel. Het meest nadrukkelijk aanwezig in het straatbeeld is de regionalistische stijl met een afwisseling van bakstenen lijst- en puntgevels verlevendigd met simili-steen, erkers, art-deco-elementen en siermetselwerk; bijvoorbeeld het winkelhuizencomplex (nummers 91-105) van 1923 en nummers 218-220, de herberg zogenaamd "Den Engel" van 1921 naar ontwerp van R. Doom en J. Vermeersch (Roeselare/ Brussel). Nummers 64, 173, 184-186 zijn in een meer vooruitstrevende stijl; nummer 52 is eerder geïnspireerd door de nieuwe zakelijkheid. Ook enkele recentere flatgebouwen van maximum vier bouwlagen.
- Stadsarchief Roeselare 8/1921.
- DE BRUYNE M., Noordstraat, shoppingstraat, Roeselare, 1983.