Grensgemeente van 2741 ha en 1006 inwoners (1973) gelegen op de grens tussen de Zeepolders en Zandlemig-Vlaanderen, aan het kanaal Veurne-Sint-Winoksbergen, ten zuiden van de Ringsloot met ten noorden De Moeren. De dorpskom ligt op 6 à 7 meter hoogte, op de rand van beide streken. Vlak en grachtenrijk poldergebied, zie Houtgracht, Wallebeek en Kontergracht; behorend tot de Oudlandpolders gekenmerkt door een typisch microreliëf: natte polderkommen en droge hogere kreekruggen. Licht golvende Zandleemstreek met natte en vruchtbare licht-zandleem- en zandleembodems. Sinds 1976 fusiegemeente van Veurne. Enig uitgaande pendel, doch in hoofdzaak landbouwgemeente. De gemiddelde grootte van de landbouwbedrijven bedraagt 13,4 ha.
Oudste vermelding in 1187 als Houthem, in 1220 als Houtheem, etymologische betekenis: woning of nederzetting in of bij het bos. Volgens de keure van 1240, parochie van de Noordvierschaar van de kasselrij Veurne. Vanaf 1144, altaar onder patronaat van de Veurnese Sint-Niklaasabdij; vervolgens, bouw van refugium nodig voor de eerder hoge monnikenbezetting tengevolge de landerijen van de abdij alhier. In 1588, grotendeels verwoesting door de Fransen van het refugehuis; echter heropgebouwd in de 17de eeuw en thans pastorie. I-vormige dorpskom met als blikvanger de ten noordwesten ingeplante parochiekerk met omringend kerkhof afgezoomd met bomen, pastorie ten zuiden, 19de-eeuwse hoeve ten westen, naast kleinere burgerhuizen met lijstgevels, en enigszins storende 20ste-eeuws schoolgebouw ten noorden (Kerkhoek). Lintbebouwing uit de 19de en de 20ste eeuw in Dorpsstraat en Westmolenstraat. Nieuwe bouw ten zuidoosten, aan de Sacramentstraat en Nieuwstraat. In nabijheid van dorpskom enkele kleine concentraties van voornamelijk recent aangepaste 19de-eeuwse arbeiderswoningen. Landelijke wijken zogenaamd "Westmoerhoek", "Schipperiehoek", "Kleinen 't Moertje", Elzentap", "Dodeman Hoek" en "Goemoet Hoek" waarvan officiële straatbenamingen zijn afgeleid. Verspreide hoevebouw, voornamelijk met losse bestanddelen en resten of sporen van voormalige omwalling.
Aanduiding op Ferrariskaart (1771-1778) van twee houten windmolens respectievelijk ten westen en ten oosten van de dorpskom, zie huidige straatbenamingen van Westmolenstraat, Molenwalstraat en Oostmolenstraat; in 1953, overbrenging van de zogenaamde "Lootvoetmolen" naar Koksijde-Bad en aldaar thans zogenaamd "Zuidabdijmolen".
- BIJNENS B., Grensfietsroute, nummer 3, Koksijde, 1975, p. 44-47.
- VAN BUGGENHOUT J., Geschiedenis van onze 'parochies Houtem, in Bachte de Kupe, XXII, 2, 1980, p. 29-36.