Nieuwpoort bestaat uit twee woonkernen: Nieuwpoort-Stad of de oude stadskern landinwaarts en Nieuwpoort-Bad aan de kust als toeristisch centrum; tussen beide, een relatief gering bebouwd gebied met nog deels bewaard agrarisch karakter.
Kustgemeente gelegen aan de IJzermonding, kanalen Nieuwpoort-Duinkerke en Plassendale-Nieuwpoort.
1949: aanhechting van een deel van Oostduinkerke (huidige Nieuwpoort - Bad), Ramskapelle, Westende en Lombardzijde. Zeeduinenrij; gemiddeld 1 km breed en maximaal 20 m hoog; deels bebost en ten westen van de havengeul van het strand gescheiden door middel van een aangelegde wandeldijk (Nieuwpoort-Bad). Grootste gedeelte behorend tot de Zeepolders. Nieuwpoort-Stad ligt op een gemiddeld 4 à 5 m hoge en 400 m brede west-oost georiënteerde strook van binnenduinen zie niveauverschillen in de stad. Belangrijk klein natuur- en vogelreservaat. De IJzermonding" op de rechtse IJzeroever (16 ha). Twee staketsels (1865) van circa 600 m lang zomen de havengeul af; vuurtoren (1949).
Bron: DELEPIERE A.-M. & LION M. met medewerking van HUYS M. 1982: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Veurne, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 8n, Brussel - Gent. Auteurs: Delepiere, Anne Marie; Lion, Mimi Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)