Zuidoostelijke voorstad van Gent met een oppervlakte van 786 hectare en 21.049 inwoners (1976). Van noord tot zuidoost omschreven door een bocht van de Schelde die tevens de grens vormt met de gemeenten Sint-Amandsberg, Destelbergen en Heusden. Voorts van zuid tot west palend aan Melle, Merelbeke en Ledeberg. Morfologisch vergroeid met Gent, Ledeberg, Sint-Amandsberg, Melle en Merelbeke.
Bodemkundig valt het onderscheid op tussen een overwegend droog en vrij hoog zandgebied (5 tot 15 meter) dat nagenoeg volgebouwd is en het vochtig kleigebied van de alluviale vlakte gevormd door het overstromingsgebied van de Benedenschelde. Van west naar oost doorsneden door de Rietgracht, een beek die uitmondt in de Schelde ter hoogte van een in 1870-1874 afgesneden meanderbocht.
Uit de Schelde gebaggerde archeologische vondsten daterend vanaf de late bronstijd worden in verband gebracht met de opgegraven nederzetting der urneveldcultuur te Destelbergen. Verder mondelinge bronnen over talrijke Gallo-Romeinse vondsten in het zogenaamde "Kamp" ter hoogte van de Voordries en nabij de vroegere Romeinse heirweg van Gent naar Bavay. Oudst bekende vermelding van de gemeente in 1163. In 1228, samen met andere heerlijkheden uit het graafschap Aalst, in leen gegeven aan de heer van Rode. Tot 1793 behorend tot het Land van Rode. Nochtans bezat de ondergeschikte heerlijkheid het Hof van Gentbrugge een eigen baljuw, schepenbank en vierschaar. Bleef tot midden 19de eeuw een dorp met arme landbouwersbevolking. De dorpskern ontwikkelde zich op het noordelijk deel van de hogere zandgronden en stond enkel in verbinding met Gent en Ledeberg. Vanouds een uitverkoren gebied voor talrijke lusthoven van de kleine landadel. Sommige gaan terug op oudere kastelen van Gentse patriciërsfamilies. De meeste waren voorzien van walgrachten en een uitgestrekt kasteelpark. Zij lagen verspreid over de hele gemeente. Gegroepeerde bewoning kwam voor aan de Kerkstraat (oude dorpskom) en aan de Oude Brusselseweg, de oude heirweg van Gent naar Brussel die in 1704-1708 zijn functie verloor voor de brede en rechte, nieuwe Brusselsesteenweg. Met de vestiging vanaf midden 19de eeuw van industrie (voornamelijk metaal- en textielnijverheid) geconcentreerd aan de Schelde-oever, een tendens die nog bevorderd werd door de aanleg van de ringspoorweg (1872), ontstond gelijktijdig (tweede helft 19de eeuw) de dicht bevolkte Bassijnwijk, een arbeiderswijk tussen oude dorpskern en de Brusselsesteenweg met de Kerkstraat als voornaamste as. In tweede helft 19de eeuw, na de aanleg van het Kerkplein raakte Gentbrugge-centrum volgebouwd. Sindsdien was het noordwestelijk deel der gemeente vergroeid met Gent. Op de schrale hoger gelegen zandgronden in het zuidoosten, de zogenaamde Heide, werd de centrale werkplaats opgericht van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (N.M.B.S.) in 1881-1884, in de volksmond gekend als het Arsenaal, het rangeerstation van Merelbeke en de werkhuizen van de Maatschappij van het Intercommunaal Vervoer van Gent (M.I.V.G.). Aldus ontwikkelden zich in laatste kwart 19de eeuw twee nieuwe woonwijken met voornamelijk arbeidershuizen, namelijk de wijk Arsenaal en de Veldwijk of Moscou aansluitend bij Ledeberg. Tussen beide wijken lag het exercitieplein, in 1815 oefenplein van de soldaten van Napoleon, begin jaren '70 grotendeels ingepalmd door de viaduct met opritten van de autosnelweg E3 die de hele gemeente doorsnijdt.
Onder impuls van Louis Van Houtte was Gentbrugge in tweede helft 19de eeuw uitgegroeid tot één van de voornaamste centra van de sierbloementeelt in het Gentse. De vele tuinbouwbedrijven bevonden zich verspreid in het centrum der gemeente en voorts voornamelijk gevestigd aan de Brusselsesteenweg. De vrijgekomen gronden der bloemisterijen na de eerste wereldoorlog, als gevolg van liquidatie of verplaatsing naar goedkopere gronden, werden stelselmatig verkaveld. Zo ontstonden vooral aan het Arsenaal nieuwe woonwijken waaronder enkele villawijken. Sinds de Tweede Wereldoorlog ondergaan de kasteelparken hetzelfde lot, evenals (recenter) een deel der landbouwgronden met uitzondering van de strook gevormd door de Scheldemeersen.
- DE POTTER F.-BROECKAERT J. 1864-1870: Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, reeks I, deel 3, Gent.
- VAN WITTENBERGHE O. 1972: Zo was... Gentbrugge, Antwerpen.
- s.n. 1981: Zoeken naar Gentbrugges verleden, Gent.
- Driemaandelijks tijdschrift van het heemkundig genootschap Land van Rode.