Gorsleeuw en Opleeuw worden reeds in 980 vermeld in de Vita Landoaldi van Heriger als "Leuva" of "Lueva" en "Subleva" of "Sublueva" (Leeuw en Opleeuw, van het Germaanse Hlaiwa, grafheuvel). In de 13de eeuw verandert de naam Leeuw in Gorsleeuw, een samentrekking van Godfriedsleeuw, naar ridder Godfried van Leeuw. Gors-Opleeuw ligt op het overgangsgebied tussen Droog- en Vochtig-Haspengouw. Het dorp ligt op een plateau, dat -op sommige punten zeer steil- afdaalt van zuid (circa 100 meter) naar noordwest (circa 65 meter). Het plateau van Gors-Opleeuw wordt ten westen door de Kleine Herk en de Oude Beek van het plateau van Wellen gescheiden, en van het plateau van Grimmertingen (Vliermaal) door de Mombeek, die de oostgrens van de gemeente vormt; de niveauvariaties zijn vrij uitgesproken; het Mombeekdal is het laagste gebied van de gemeente. Het hoger gelegen zuidelijk gedeelte behoort nog tot Droog-Haspengouw (Leemstreek) met akkerbouw en open-fieldlandschap, terwijl het noorden reeds deel uitmaakt van Vochtig-Haspengouw (Zandleemstreek), met boomgaarden, vochtige beemden en meer gesloten zichten. Het Bellevuebos in het noordoosten van de gemeente is één van de grootste bosrijke gebieden van zuid-Limburg. Het is een eiken-haagbeukbos, met vrij veel populieren en op de vochtige plaatsen elzenbroeken.
De oudste bewoningssporen klimmen op tot de Romeinse periode. Gors-Opleeuw was een belangrijke nederzetting; in 1968 werd aan de Mellenstraat een rijk Romeins grafveld met twaalf brandgraven uit midden 2de eeuw opgegraven (zie Mellenstraat). Op het grondgebied van de gemeente werd bovendien een Romeins opschrift van een aedilis uit de Civitas Tungrorum gevonden, vermeld in een verzamelwerk van grafschriften uit de 17de eeuw, en een Frankische strijdbijl.
Gors-Opleeuw is een leen van de graven van Loon. Sinds de late middeleeuwen bestaan er twee Loonse heerlijkheden met volledige rechtsmacht; Gorsleeuw in het zuidoosten en Opleeuw in het noordwesten.
In de 13de eeuw is Gorsleeuw in het bezit van de familie van Leeuw, met als oudst gekende heer Godfried van Leeuw, die in 1220 als getuige vermeld wordt in de stichtingsakte van Alden Biesen. De familie van Gelinden is heer van Gorsleeuw in de 14de en 15de eeuw, de familie van den Bosch van 1436 tot in de 17de eeuw. In 1639 komt de heerlijkheid in handen van de familie van Bodbergen en vervolgens van de familie de Copis.
De schepenbank van Gorsleeuw was een Loonse bank, die echter uitzonderlijk Luiks recht sprak en in beroep ging bij de Luikse schepenbank. De heerlijkheid Opleeuw was tot 1469 in bezit van de familie van Opleeuw, met als oudst gekende telg Jan van Opleeuw (tweede helft 13de eeuw), kastelein van Kolmont en seneschalk van het graafschap Loon. Vervolgens komt de heerlijkheid in het bezit van de familie van Mettecoven (1469), die tot eind 18de eeuw heer van Opleeuw blijft. In Opleeuw werd Loons recht gesproken en de schepenbank ging in beroep bij het Oppergerecht van Vliermaal. Gorsleeuw en Opleeuw waren twee afzonderlijke gemeenten met elk twee jaarlijks verkozen burgemeesters. Gors-Opleeuw behoorde na 1589 tot het dekanaat Hasselt. De Sint-Martinusparochie is zeer oud en oorspronkelijk zeer uitgebreid: ze omvatte ook de gehuchten Rullekoven (Kerniel), Eggertingen, Grimmertingen en Zammelen (Vliermaal), en tot de 13de eeuw behoorde ook Kerniel tot de parochie. In 1034 wordt het begevingsrecht door de prins-bisschop aan de Sint-Laurentabdij van Luik geschonken, die later ook het grootste gedeelte der tienden verwierf. In functie daarvan bezat de abdij een tiendschuur te Gorsleeuw. Ook de Sint-Joriskapel van Opleeuw behoorde tot de parochie; de heer van Opleeuw had er het begevingsrecht. Voor de Sint-Martinuskapel van Rullekoven, die eveneens tot de parochie behoorde, had de pastoor van Gors-Opleeuw het begevingsrecht.
Gors-Opleeuw is een Haspengouws landbouwdorp met nadruk op de fruitteelt, dat in 1844 alleen een brouwerij en een klein siroop- en azijnfabriek bezat. Op de Mombeek werkte een thans verdwenen graanwatermolen van vóór 1775 tot 1875; hij lag op het einde van de Hoogstraat, en staat afgebeeld op de Ferrariskaart (1771-77) onder de benaming "Moulin de Geursleew". Ook thans is de landbouw de enige bedrijvigheid, zodat meer dan 40% van de actieve bevolking forens is.
Het nederzettingspatroon van het zuidoostelijk gelegen Gorsleeuw is dat van een Droog-Haspengouws hoopdorp met vrij sterke concentratie, op de westelijke oever van de Mombeek; merkwaardige dorpskern voorzien van kerk, kasteel en ruime, gesloten kasteelhoeve aan het kruispunt Hoogstraat-Sint-Martinusstraat. Het noordwestelijk gelegen Opleeuw vertoont de lineaire bewoning van een typisch Vochtig-Haspengouws dorp, zonder echte kern; ook het kasteel van Opleeuw is excentrisch gelegen. De begrenzing van beide gehuchten is thans niet meer duidelijk te onderscheiden. Oppervlakte: 535 hectaren Aantal inwoners: 408.
Bron: PAUWELS D. & SCHLUSMANS F. met medewerking van MUYLDERMANS E. & ROMBOUTS J. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kanton Borgloon, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n4, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Cluster hoogstamboomgaarden nabij het kasteel van Gors-Opleeuw
Omvat
Dorpskern Gors-Opleeuw
Omvat
Elleboogstraat
Omvat
Gemeenteschool
Omvat
Haagsmeerstraat
Omvat
Hoogstraat
Omvat
Kasteel Bellevue
Omvat
Kasteel van Opleeuw
Omvat
Kasteelhoeve
Omvat
Kasteelpark van Opleeuw
Omvat
Martinusstraat
Omvat
Mellenstraat
Omvat
Opleeuwstraat
Is deel van
Borgloon
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Gors-Opleeuw [online], https://id.erfgoed.net/themas/14022 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.