Manshoven was een voormalig leen van de graven van Loon, voor het eerst vermeld in 1365 als gereleveerd door Jan van Manshoeve. Manshoven maakte deel uit van de heerlijkheid Sassenbroek onder Broekom. In de tweede helft van de 18de eeuw wordt Manshoven expliciet vermeld als bezit van de familie Vandermeer, die ook heer van Sassenbroek waren. In 1776-1782 wordt Manshoven bewoond door Mathieu-Philippe-Jacques Vandermeer.
Het landschap wordt gekenmerkt door een voor Vlaanderen vrij groot boscomplex, het Manshovenbos, onmiddellijk ten noorden van het Manshovenhof en aansluitend bij een ander boscomplex, het Magneebos (zie Heks); beide zijn oude eiken- en beukenbossen met merkwaardige fauna en flora. Het Manshovenbos ligt op een heuvel, de Sint-Servaasberg, en behoorde tot het domein van het kasteel van Heks, dat prins-bisschop de Velbrück voor zichzelf verwierf als jachtgebied. Evenals het Magneebos is het waarschijnlijk een restant van een veel groter boscomplex. Voorts boomgaarden en meidoornhagen, weilanden en bosranden. Belangrijk is de holle weg tussen het Manshovenbos en Broekom.
DARIS J., Histoire de la ville, de l'église et des comtes de Looz, Luik, 1865, pagina's 50-51.
LEJEUNE M. et al., Opstellen van het ruilverkavelingsplan voor de ruilverkaveling van Grootlaan. Landschapsecologische studie, 1995.
Bron: PAUWELS D. & SCHLUSMANS F. met medewerking van MUYLDERMANS E. & ROMBOUTS J. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kanton Borgloon, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n4, Brussel - Turnhout. Auteurs: Schlusmans, Frieda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)