Teksten van Brussegem

https://id.erfgoed.net/themas/14082

Brussegem ()

Brussegem is sinds de gemeentelijke fusie van 1977 een deelgemeente van Merchtem en strekt zich uit ten zuiden van het centrum van Merchtem. Ten oosten en westen wordt ze respectievelijk begrensd door Meise en Asse, ten zuiden bevindt zich Hamme, eveneens een deelgemeente van Merchtem. Brussegem omvat het gehucht Ossel en delen van Mollem en Bollebeek.   

Historiek

Brussegem, ofwel “Bru(d)singaheim”, verwijst naar een ingaheim uit de vierde eeuw. De oorsprong van de plaats vormt dus vermoedelijk een Germaans hof. De schrijfwijze van de naam van het gehucht wijzigde doorheen de eeuwen en varieerde van Bruceghem, Brusenghem, Brusegem of Bruyseghem, tot later Brusseghem en uiteindelijk Brussegem. De parochie Brussegem werd voor een groot deel omringd door de moederparochie Ossel en was zowel erkend als personaat, verbonden aan de bisschop van Kamerijk, als patronaat, afhankelijk van de Osselse gemeenschap, later van de abdij van Affligem. Op bestuursniveau was Brussegem lange tijd afhankelijk van de Heren van Grimbergen, die een groot aantal leenmannen hadden met een eigen laathof. Ook bestond er al voor 1265 een schepenbank met zetel in Brussegem, die was opgericht door de Heren van Grimbergen. Er waren ook hoven op het grondgebied die afhankelijk waren van de abdijen van Groot-Bijgaarden, Affligem, Jette,…  

Brussegem, Oppem en Ossel, die onder het Franse bewind in de jaren 1790 waren erkend als afzonderlijke gemeentes, werden op 11 april 1810 samengevoegd tot één gemeente, Brussegem. Daarnaast maakten de parochies Amelgem, Bollebeek en Mollem gedeeltelijk deel ervan uit. In 1816 telde Brussegem 1456 inwoners; ruim anderhalve eeuw later, op het moment van de gemeentelijke fusie in 1977, waren dat er 2963. Brussegem ging dan samen met het gehucht Ossel en delen van Mollem en Bollebeek over naar Merchtem. De kernen van Mollem en Bollebeek horen sindsdien bij Asse, Oppem en Amelgem bij Meise. Anno 2019 telt Brussegem 2642 inwoners.

Huidig uitzicht

Brussegem is gelegen in de Brabantse Kouters op meer dan 65 meter boven de zeespiegel, en wordt doorsneden door de oude heirbaan (Romeinsebaan). De Mollemstraat in het gelijknamige gehucht is gedeeltelijk een holle weg en wordt op het hoogste punt sinds 1952 gemarkeerd door een oriëntatietafel. Deze werd er in 1952 geplaatst op initiatief van de Vlaamse Toeristenbond, maar zou naar verluidt sinds 1925 geplaatst zijn op de Molenberg in Hekelgem bij Affligem. Omstreeks 2006 werd de hardstenen oriëntatietafel gerestaureerd door steenkapper Richard Duray uit Opwijk, en teruggeplaatst in september van dat jaar, zie ook de inscriptie in de steen.

Een vergelijking met 17de- en 18de-eeuwse kaarten toont aan dat de toenmalige dorpsstructuur tot op vandaag afleesbaar is. De dorpskern van Brussegem wordt bijvoorbeeld al op de Ferrariskaart (1771-1778) bepaald door een noord-zuidas, de huidige Brussegemkerkstraat, waarlangs zich ten noorden het Torenhof bevindt en centraal de kern met pastorie en parochiekerk. Deze straat loopt ten zuiden van de kern samen met een van zuidwest naar noordoost lopende as, de huidige Vollickstraat. Nog ten zuiden daarvan wordt Brussegem doorkruist door een oost-westas, die in oorsprong een Romeinse heirbaan is. De oostzijde vormt een verbinding met Oppem en Meise (huidige Romeinsebaan), en liep langs de molen van Brussegem tot het centrum. Aan de westzijde vouwt de as zich rondom de dorpskern (huidige Dorpsstraat) en staat ze verder ten westen in verbinding met Asse (huidige Steenweg op Asse). De bebouwing concentreerde zich op de Ferrariskaart hoofdzakelijk rond de kruisingen van deze assen.

Het tracé van de huidige Dorpsstraat werd in het tweede kwart van de 19de eeuw opgenomen in de steenweg tussen Merchtem en Brussel. Ook ontwikkelde de kerkwegel tussen de Dorpsstraat en de Brussegemkerkstraat zich in de eerste helft van de 20ste eeuw tot een volwaardige straat (Brussegemplein). De bebouwde kern breidde zich stelselmatig uit langs de westzijde van de Brussegemkerkstraat en tussen de Vollickstraat en de Romeinsebaan. In de jaren 1960-1970 werd de Brusselsesteenweg rechtgetrokken en werd het tracé meer westelijk verlegd. De Dorpsstraat bleef bewaard als een parallelle as in het dorpscentrum.

Brussegem heeft tot op vandaag een overwegend landelijk karakter, gekenmerkt door een bebouwing van grote en middelgrote hoeven, verspreid over het ruime grondgebied, en een dichtere bebouwing in de kernen te Brussegemdorp en Ossel. De dorpskern van Brussegem ontwikkelde rondom het Torenhof en de parochiekerk Sint-Stefanus, ingeplant op een hoogte en palend aan de Brussegemkerkstraat. Aan de oostzijde van de as bevindt zich de pastorie. In het centrum bevinden zich daarnaast hoofdzakelijk recente dorpswoningen met een dens en relatief dicht bebouwd karakter. De assen die vertrekken vanuit het centrum of erlangs lopen, zoals de Brusselsesteenweg, Steenweg op Asse, Vollickstraat en Nieuwelaan, worden geflankeerd door een meer verspreide, maar eveneens hoofdzakelijk recentere bebouwing van zowel woningen met een dorpskarakter of horend bij een hoeve, als villa’s en burgerhuizen. Ook kwamen er enkele recentere verkavelingen tot stand, die het hebben landschap verdicht.

Ondanks deze evoluties, bewaart de ruimere omgeving toch nog een sterk open en groen karakter. Opvallend is voornamelijk het grote landschap ten oosten en zuidoosten van de dorpskern, dat zich ook gedeeltelijk op Ossel en Hamme, en Amelgem bij Meise uitstrekt. Bepalende Brussegemse erfgoedsites in dit gebied zijn de barokke Sint-Annakapel, en enkele uitgestrekte kasteeldomeinen, zoals het kasteel van Wolvendael, het kasteel van Ossel (Hof ter Logien) en het Hagenkasteel, eveneens in Ossel.

Tot de belangrijkste historische hoeves van Brussegem behoren het Torenhof in het centrum van het dorp, het Hof te Lovegem, het Hof te Vijlst en de heden verbouwde hoeve Trappenhoef of Hof te Pede op het ruimere grondgebied van Brussegem, en het Spanjaardshof en de Potaardehoeve in het gehucht Mollem. Van andere hoeven zijn slechts restanten bewaard, zoals in Bollebeek de lemen schuur van de Oude Kapelhoeve of een bakhuis aan de Koolterstraat, zonder duidelijke hoevecontext. 

In Mollem is een getuige van de ambachtelijke geschiedenis van Brussegem bewaard, namelijk de Neerkammolen, een graanwatermolen op de Grote Molenbeek. De Brussegemse dorpskern wordt bepaald door een getuige van recentere ambachtelijke activiteit. Ten noorden van de pastorietuin situeren zich immers de beeldbepalende,  voormalige brouwerijgebouwen van Belgor (Brussegemkerkstraat 17 en Brouwerijhof, zie ook Brussegemkerkstraat 15). De site bestond uit een woonhuis, de brouwerij, bottelarij en koeltoren, volgens kadastergegevens in kern daterend uit 1877 en stelselmatig uitgebreid omstreeks 1879, 1898 (pakhuis) en 1938 (brouwerijtoren), in opdracht van brouwersfamilie De Keersmaeker. De brouwerij produceerde in eerste instantie lambiek en faro in opdracht van landbouwers uit de nabije omgeving. De productie kende een opmars tijdens het interbellum met de nieuwe bieren Belgor en Super-Pils, evenals lambiek en geuze. Het bedrijf kende haar grootste personeelsbestand vlak na de Tweede Wereldoorlog. Het laatste bier werd verkocht tijdens de jaren 1990 en het brouwerijcomplex werd daarna ontmanteld en verbouwd. Volgens bouwplannen van 2003 werden de gebouwen aangepast tot appartementen, in combinatie met nieuwbouw eengezinswoningen.

Behalve deze brouwerij was er in de 19de eeuw ook een brouwerij opgericht aan de Brusselsesteenweg (nummers 231-233), namelijk zogenaamd ‘De Kam’, opgericht door de familie Van den Borre. Ook deze brouwerij werkte voor landbouwers en brouwde lambiek en geuze. Het kleine complex bestaat uit een woonhuis aan de straat en een brouwerijgebouw. Het bleef tot in de vroege jaren 1950 in werking als brouwerij en werd daarna omgevormd tot een speelgoedfabriek onder de familie Van den houte.

  • Archief Heemkundige Kring Soetendaelle, Brussegem in woord en beeld (DE ROOY, s.d.).
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Mutatieschetsen en bijhorende mutatiestaten Merchtem, afdeling III (Brussegem), 1878/9, 1879/14, 1900/18 en 1938/10 (brouwerij).
  • Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant, Lopend archief, Merchtem, Brussegemkerkstraat.
  • ASSELMAN R. e.a. 1996: Merchtem ons dorp, deel I. Bloemlezing. Een reeks bijdragen tot de geschiedenis van Merchtem, Merchtem, 179-180.
  • LINDEMANS J. 1967: Brabantse plaatsnamen XIV, Brussegem – Oppem en Ossel, Toponymica II.XIV, Leuven/Brussel.
  • VAN DEN BOSSCHE A. 1967: Het Duivelschuurpad te Brussegem, Vlaamse toeristische bibliotheek, 76.
  • VERBESSELT J. 1964: Het parochiewezen in Brabant tot het einde van de 13de eeuw, Deel III, Pittem.
  • WAUTERS A. 1972 (herdruk 1855): Histoire des environs de Bruxelles, 4, Brussel, 112-121.
  • WILLEMS J. 2003: De geschiedenis van de gemeente Brussegem vanaf de Frankische tijd tot het begin van de XXste eeuw, s.l.

Auteurs:  Verhelst, Julie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Brussegem [online], https://id.erfgoed.net/teksten/313256 (geraadpleegd op ).


Brussegem ()

Landelijke gemeente gekenmerkt door een uitgebreide losse bebouwing van talrijke grote en middelgrote boerderijen en een geconcentreerde behuizing in kernen te Brussegemdorp, Oppem en Ossel, of in gehuchten als Amelgem, Bollebeek, Mollem-Bosbeek en Vijlst.

  • LINDEMANS J. en VERBESSELT J. 1967: Brabantse plaatsnamen, in: Toponymica IV. Brussegem, Oppem en Ossel, Leuven.

Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs:  De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Brussegem [online], https://id.erfgoed.net/teksten/121215 (geraadpleegd op ).