Landelijk dorp met een oppervlakte van 406 ha en 445 inwoners (01.01.1998), gelegen in Zandlemig-Vlaanderen en grenzend ten noorden aan Ooike, ten oosten aan Bevere (Oudenaarde), ten zuiden en zuidwesten aan Petegem-aan-de-Schelde en ten noordwesten aan Wortegem. Sedert 1970 gefusioneerd met Wortegem-Petegem. "Moringehem" wordt voor het eerst vermeld in 967, is van Germaanse oorsprong en gaat terug op Mauringa heim; de woning van Mauro. Vuurstenen, oude wegentracés en Romeinse medailles wijzen echter op een oudere bewoning. Het dorp is ontstaan op de zoom van de vallei van de Molenbeek, in de beschutting van de Noorderhelling. Sterk golvend landschap tussen 14 en 45 m, doorsneden door de Molenbeek die een diepe depressie vormt.
Moregem vormde een heerlijkheid binnen de kasselrij Oudenaarde. Vanaf 1675 werd de heerlijkheid "Issel-Moregem" of "Ysselmooreghem" een baronie en werd toen ook "Raveryen" genoemd. "Issel" naar het franse "isle" zou hier kunnen staan voor omwald kasteel, confer het verdwenen waterkasteel van Karel van Spiere waar het kasteelensemble van 1792-1798 werd opgetrokken in opdracht van baron E.F. Van Hoobrouck de Mooreghem. De heerlijkheid "Oud-Moregem" strekte zich circa 1627 uit tot over Wortegem en behoorde begin 16de eeuw toe aan Pieter Vanden Heede en later aan Jonker Emmanuel Charles van Hoobrouck. Andere heerlijkheden zoals Volkaertsbeke ("Groene Vierschaar") en Baronaige strekten zich ook uit over Bevere (Oudenaarde).
De oudst bekende heren waren de heren Van Heurne, die werden opgevolgd door de Ongies, in 1588 gevolgd door de van Spiere de Morenghem, de Baillet, van Hoobrouck en Van Caloen. Tot 1920 waren de baronnen van Moregem er ook burgemeester.
Moregem bezat twee watermolens. De zogenaamde Heerbaan volgt voor het grootste gedeelte nog het oude tracé van de baan Oudenaarde-Doornik.
De Sint-Diederiksabdij nabij Reims had het patronaatsrecht over dit kleine dorp waarvan de kern wordt gekenmerkt door aangepaste landelijke bebouwing, een vroeger klooster en het gewitte Sint-Pieterskerkje van 1778. Verder een oud bedevaartsoord met kapel Onze-Lieve-Vrouw-ten-Doorn, het kasteel uit eind 18de eeuw en voorts verspreide landelijke bebouwing. Evolutie naar residentiële functie.
- BERINGS G., Landschap, Geschiedenis en Archeologie in het Oudenaardse, Oudenaarde, 1989, p. 72.
- FRANCOIS L., Eugène Van Hoobrouck de Mooreghem, in Handelingen van de Geschied- en Oudheidkundige Kring van Oudenaarde van zijn Kastelnij en van den Lande tusschen tussen Maercke en de Ronne, deel XXV, Oudenaarde, 1988, p. 127-152.
- Inventaris van de wind- en watermolens in de Provincie Oostvlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster, in Kultureel Jaarboek voor de provincie Oostvlaanderen 1962, Tweede band, XVI, 1963, p. 42.
- VANDEPUTTE J.L.Th., De molens van het arrondisement Oudenaarde, Uit hun geschiedenis, Oudenaarde, 1974, p. 237.
- VAN ISTERDAEL H., Inventaris van het Archief van de baronie Isselmoregem, Inventaris in handschrift RAR.
- Verhoeyen V., Kent u het vroegere Moregem?, Oudenaarde, 1978.