Grensgemeente van 1 170 ha en 1484 inwoners, sinds 1977 deelgemeente van Heuvelland. Ligging in Zandlemig-Vlaanderen, de Westvlaamse Heuvels en de Westhoek. Naar het zuiden toe, begrensd door beboste heuvels, onder meer de Vidaigne- (137 m), de Bane- (143 m) en de bekendste, de Rodeberg met benaming afgeleid van bruin-rood ijzerhoudend zand op de kruin en bestaande uit twee heuvels. Op zuidflank van de Vidaigneberg ontspringt de Douve, linker bijrivier van de Leie, die er over een korte afstand de grens met Frankrijk vormt. Tussen de Vidaigne- en Rodeberg strekt zich het Hellegat uit, 8 ha grote beboste ravijn met variërende boomsoorten en rijk bronnengebied, met ontspringende Hellegatbeek. De Sulferbergbeek, opborrelend uit gelijknamige zuidoostelijk gelegen heuvel, de Fransebeek, de gemeente van west naar oost doorlopend, en de Pandoenebeek, monden op het grondgebied Reningelst uit in de Grote beek. De Hazebeek is de meest noodelijke. Buiten de heuvels met ijzerhoudend zand en zandsteen, vruchtbare gronden met landbouwuitbatingen.
Oudste vermelding (1089): Wistaltare, etymologisch te verklaren als "altaar naar het westen gericht". Neolithische vondsten. Parochie in 1069; patronaat van kerk vooreerst afhankelijk van kapittel van Terwaan, later van het bisdom Ieper.
Voormalig leen gehouden van heerlijkheid Belle; bestuurlijk en fiscaal geïntegreerd in kasselrij Belle, die in Franse handen kwam in 1678 (Vrede van Nijmegen). Bij decreet van 11 oktober 1781 werden Westouter en de heerlijkheid Vleminckhove naar Vlaanderen overgeheveld, en ingeschakeld in de generaliteit der Acht Parochies. Afbeelding van dorpskom bij A. Sanderus, met situering van voormalig kasteel "'s Heeren Huys Belleambacht" ten westen, de "Come Blomme -Mathematische Schole", werkplaats van Vaast du Plouich, illustrator van "Flandria Illustrata", ten zuidwesten, en "d'oude Motte" ten zuiden van de kerk.
Het dorp werd grotendeels vernield tijdens de Eerste Wereldoorlog. Aanleg- en rooilijnenplan naar ontwerp van architect A. Dugardijn (Brugge) van 1920, grosso modo teruggaand op vooroorlogs patroon, zie A. Sanderus' dorpsplattegrond. Vorm van voormalige mote nog afleesbaar in huidige percelering. Uit archiefonderzoek bleken, naast vermeld architect, voornamelijk de bouwmeesters O. Moerman (Poperinge) en J. Coomans (Ieper) betrokken bij de wederopbouw. Van de hand van eerst genoemde zijn onder meer pastorie, school met onderwijzerswoning en ouderlingentehuis; van laatst genoemde, de kerk en voormalig gemeentehuis. Bevrijd op 06.09.1944 door de Eerste Poolse Pantserdivisie; het bergstenen kapelletje op kruispunt Belle/Schomminkelstraat ter ere van Onze-Lieve-Vrouw van Czestochowa, herinnert aan deze gebeurtenis.
"Bloemendorp" aan toeristische "Heuvellandroute"; toenemend dagtoerisme onder meer aangelokt door 700 m lange kabelbaan, -in 1957 aangelegd tussen de Bane- en Vidaigneberg-, het miniatuur-golfterrein, de natuursportbaan, het openluchtzwembad en de ruitersschool. De bergstenen Lourdesgrot (1875) van wijlen pastoor Louis Nollet op de oostelijke top van Rodeberg is nog steeds een druk bezocht bedevaartsoord. Ook de zogenaamd "Lijstermolen" (Molendreef), bovenop de Baneberg, vormt een toeristische attraktie.
Kleine dorpskom aan kruising Loker- en Poperingestraat, met kerk in bocht van vermelde straten. Omringende lintbebouwing in de vorm van breedhuizen met bovenverdieping onder zadeldak, daterend van de wederopbouw; uitzondering hierop, 19de-eeuwse brouwerij met herberg, ten zuidwesten van kerk (Poperingestraat nummer 4-6). In de nabijheid, driehoekig pleintje gevormd door samenkomst Belleen Schomminkelstraat. Visuele begrenzing van "dorpsplein" gevormd door voormalig gemeentehuis. Situering van school en pastorie, ten oosten van dorpskom aan kruising van Kemmel-en Lokerstraat. Zogenaamd "Neerplaats", ten noorden, over de Fransebeek, aan kruispunt van Meers-, Poperinge- en Roodkruisstraat, met concentratie van herbergen als "'t Peenhof" en " 't Vinkenest", naast nieuwere bouw. Invalswegen, naar de dorpkom toe, afgezoomd met bomen, voornamelijk linden. Recente sociale verkaveling tussen Poperinge - en Meersstraat, ten noorden van dorpscentrum. Buiten de dorpskom, verspreide hoeven met losse bestanddelen en boerenhuis veelal aanleunend bij langgestrekt type, daterend uit de jaren 1920; enkele 18de-eeuwse kernen.
- DIRIKEN P., Geogids Heuvelland, Toeristische-Recreatieve-Atlas van West-Vlaanderen, (St.-Truiden), (1988), p. 11-12.