Gemeente van 2080 ha en 6164 inwoners (1981) ten noorden grenzend aan Lembeke en Oosteeklo, ten oosten aan Ertvelde en Kluizen, ten zuiden aan Evergem en ten westen aan Lovendegem en Waarschoot. De Oostwatergang of Burggravenstroom (noord) en de Lange Beek, later het Sleidings Vaardeke (zuid), vormen natuurlijke grenzen.
Doorsneden van zuid naar noord door de rijksweg Gent-Watervliet, gevormd door de opeenvolging van Polenstraat, Sleidinge-dorp, Hooiwege, Zwaantje en Singel, en in de zuidwesthoek door de in 1861 aangelegde spoorweg Gent-Eeklo; tussen beide trajecten ligt de oude Weststraat.
Het reliëf is zeer vlak, 5 tot 9 m met afwisselend droge kouterruggen en slecht gedraineerde depressies met verschillende alluviale meersgebieden en moeren.
Oud cultuurlandschap met mozaïekachtig patroon van kleine akker- en weilandpercelen. Oorspronkelijk bebost en woest gebied aansluitend bij het uitgestrekte heidegebied ten noorden van Gent en deel uitmakend van de gemeente Evergem. Typisch ontginningsgebied en straatdorp teruggaand tot midden 13de eeuw en verdeeld in twee rechtsgebieden. Het oostelijk deel, zogenaamd "Sleidinge-Sint-Baafs", oorspronkelijk in bezit van de familie van Gavere, in 1282 verkocht aan de Gentse Sint-Baafsabdij en samen met Wondelgem en wijken van Evergem deel uitmakend van het graafschap Evergem met eigen schepenbank en drie graden van justitie. Het noord- en west-deel, zogenaamd "Sleidinge-Keure", in het bezit van de graven van Vlaanderen, kreeg in 1248 van gravin Margaretha een eigen keure om de ontginning van de heidegronden te bevorderen en had samen met delen van Lovendegem en Waarschoot ook een eigen schepenbank en drie graden van justitie.
Nog onontgonnen wijken van het straatdorp werden door de heer gepriviligeerd waardoor over de gehele gemeente verspreide gehuchten ontstonden met lintbebouwing aan noord-zuid-lopende wegen.
Oudste vermelding als Scleidingha (1220) in het archief van Sint-Veerlekaptittel en afgeleid van het Germaanse slaeido of glibberige plaats. Administratief ressorteerde Sleidinge onder de kasselrij van Oudburg. Op kerkelijk gebied behoorde het tot 1559 tot het bisdom Doornik, nadien tot het bisdom Gent. De parochie ontstond vermoedelijk in de eerste helft van de 13de eeuw (eerste vermelding in 1260) als afsplitsing van de parochie Evergem. De tienden werden onder meer geheven door Sint-Baafs, later het bisdom Gent, het kapittel van Doornik en het kapittel van Sint-Veerle te Gent.
Oorspronkelijk landbouwgemeente met belangrijke huisnijverheid in de 18de eeuw en de eerste helft van de 19de eeuw. Teloorgang van de linnennijverheid deels opgevangen door nieuwe werkhuizen en textielfabrieken, onder meer de voormalige katoenweverij Dierman en de nog bestaande fabriek "Calcutta". Vroeger belangrijk centrum van fruitteelt, bekend om de teelt van vroege peren en streekeigen appelvariëteiten.
Ten oosten, deels op grondgebied Kluizen en Ertvelde, belangrijk waterspaarbekken van 55 ha omringd door een aarden dijk, aangelegd in 1974 als bevoorradingsreservoir van drink- en industriewater van de Gentse kanaalzone.
Toenemende forenzenbevolking.
- ANDRIES F., Sleidinge in oude prentkaarten, Zaltbommel, 1974.
- DE POTTER F.-BROECKAERT J., Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost- Vlaanderen, reeks I, deel 6, Gent, 1864-1870.
- DE VOS A., Op tocht door Sleidinge, in "Ons Meetjesland", VIII, 1, 1975, p. 2-14.
- Gemeentelijk onderwijs te Sleidinge door de jaren heen, Sleidinge, 1983.
- RYSERHOVE A., Oud Sleidinge, in "Ons Meetjesland", XI, 1, 1978, p. 40-43; XI, 3, 1978, p. 118-124; XI, 4, 1978, p. 137-142; XII, 1, 1979, p. 11-15.
- Wanneer de stoommachien de mekanieken in beweging brengt ... Een illustratie van 150 jaar Sleinse textielarbeid, Sleidinge, 1982.
- WOLFAERT G., Oude Prentbriefkaarten van Evergem, Evergem, 1982.