Grensgemeente in het noorden van de provincie Oost-Vlaanderen met een oppervlakte van 3.457 ha en 6.957 inwoners (1993). Grenst in het noorden aan Nederland en Zelzate, in het oosten aan Moerbeke, in het zuiden vormt de Zuidlede (zuidelijke arm van de Durme) de grens met Zaffelare en in het westen grenzend aan Mendonk en Sint-Kruis-Winkel (fusiegemeenten van Gent) en aan Zelzate.
Landschappelijk vallen er drie belangrijke zones op te Wachtebeke. Het grootste en noordelijke deel behoort tot de Vlaamse Zandstreek (4 tot 7 m) met vlak reliëf doch afwisselende droge ruggen en natte depressies. Dit deels bebost gebied met resten van hogere heidestroken vertoonde aanvankelijk talrijke veenrijke moerassen. De streek was vroeger interessant voor de turfwinning. Het zuidelijk deel van Wachtebeke behoort tot de natte Moervaartvallei met nog steeds voornamelijk onbewoond wetland.
De Moervaart, de gekanaliseerde noordelijke arm van de Durme, bijrivier van de Schelde, doorsnijdt Wachtebeke van west naar oost en vervulde vroeger een belangrijke rol als verkeersweg voor vrachtvervoer, thans echter voornamelijk voor pleziervaart. Ten noorden van de Moervaart en parallel daaraan loops een hogere zandrug waarop zich de as van het Wachtebekes wegennet ontwikkelde uit de heerweg Antwerpen-Brugge. In het noorden treffen we tenslotte een stuk behorend tot de ingedijkte Scheldepolders met de Sint-Elooipolder en Overslagpolder, respectievelijk ingedijkt in 1652 en 1672. Typerend voor dit op de zee veroverd gebied is de aanwezigheid van kreken (Sint-Elooikreek en een deel van de Grote Kreek).
Recente archeologische prospecties van een 15-tal sites in de gemeente leverden artefacten op vanaf het Epipaleolithicum en voornamelijk uit het Mesolithicum. De oudst gekende vermelding van Wachtebeke luidt "Wagtebeke" en dateert van 1198. De bebouwde dorpskern met kerk strekt zich uit over de zandige opduikende strook parallel aan de Moervaart en valt samen met een onderdeel van de heerweg Brugge-Antwerpen bij de afsplitsing van de heerweg naar Gent. Op de wijk Kalve ten oosten van het dorpscentrum van Wachtebeke bevond zich vermoedelijk een ouder ontginningscentrum met woonkern dat aan het ontginningsdorp Wachtebeke voorafging. Kalve, dat het oudste toponiem van Wachtebeke is (1177), ligt trouwens op het hoogste punt (12 m) van de gemeente en van de zandrug waarop het dorpscentrum tot stand kwam. Mogelijk bezat Kalve zelfs een voorhistorische oorsprong.
De ontginning van de schrale maar veenrijke gronden van Wachtebeke ving aan in de 12de eeuw. Bij het ontginnen van de moeren en turfputten speelden de Gentse Benedictijnenabdij en Sint -Baafs en Sint-Pieter en verder die van de Premonstratenzers van Ninove en Cisterciënzers van Marquette bij Rijsel een aanzienlijke rol. De Sint-Pietersabdij verwierf door schenking circa 1175 moergronden te Wachtebeke en in 1199 verkreeg de abdij toestemming om er een kapel te bouwen. Vermoedelijk werd de parochie Wachtebeke in de eerste helft van de 13de eeuw gevormd uit de oudere moederparochie Assenede. De Sint-Pietersabdij richtte te Wachtebeke een curtis op te identificeren met het "Overlede goed" in de Meersstraat, die als ontginningscentrum fungeerde. Op de wijk Kalve zouden de Premonstratenzers van Ninove in het bezit geweest zijn van een curtis.
De turfontginning lag aan de basis van de ontwikkeling van woonkernen onder andere aan de Langelede, een kanaal dat Wachtebeke doorsnijdt van zuid naar noord. Het moerassige ontoegankelijke noordelijke deel van Wachtebeke zou pas bebouwd geraakt zijn sinds de 17de eeuw na bedijking van het gebied. Het in het noordoosten op een zandrug aan de Nederlandse grens gelegen grensdorp Overslag gaat in oorsprong echter terug op een vroeg-middeleeuwse aanleg- en overslagplaats van schepen en speelde een belangrijke rol in het handelsverkeer tussen Gent en de zee. Door het graven van de Sasse Vaart (voltooid in 1563), de voorganger van het kanaal Gent-Terneuzen, verloor Wachtebeke zijn belang als overslagplaats en knooppunt van de scheepvaart tussen Gent en de zee. Via vaarten stond Overslag in verbinding met Axel en Terneuzen en vanaf Overslag werden de goederen (voornamelijk turf) op kleinere boten verscheept via de Moervaart naar Gent. Aanvankelijk maakte Overslag deel uit van de parochie Zuiddorpe (heden deel gemeente van Axel, Nederland), die reeds in 1236 als dusdanig werd vermeld. Overslag beschikte minstens sinds 1636 over een noodkerk van het type schuurkerk gelegen in de Sint-Elooipolder, werd in 1692 erkend als parochie en verkreeg in 1711-1712 een definitief kerkgebouw. Het deel van Overslag op Nederlands grondgebied vormt sinds 1970 een deelgemeente van Axel. Wachtebeke heeft nooit als afzonderlijke heerlijkheid bestaan maar maakte deel uit van één van de Vier Ambachten, namelijk van het Ambacht Assenede. Vanaf 1579 verwierf Wachtebeke met Sint-Kruis-Winkel, die door de Sasse Vaart afgesneden waren van de rest van het Ambacht Assenede, een afzonderlijke vierschaar die zetelde in Wachtebeke. Sinds 1866 wordt de gemeente doorsneden door de spoorlijn Lokeren-Zelzate. De expresweg Zeekust-Antwerpen doorsnijdt de noordelijke helft van Wachtebeke en in het westen zorgt de expresweg Gent-Zelzate, parallel aan het zeekanaal Gent-Terneuzen, voor de verbinding met Gent.
Thans bieden de industrieën gevestigd in de Gentse kanaalzone ruime tewerkstellingsmogelijkheden aan de bevolking van Wachtebeke. Ingevolge een grensaanpassing werd in 1964 een deel van het grondgebied Wachtebeke afgestaan aan Gent en Zelzate. Tezelfdertijd werd in het zuiden een deel van de opgeheven en bij Gent gevoegde gemeente Mendonk aangehecht. In dit deel van Wachtebeke ligt het Provinciaal Domein Puyenbroeck opgericht in 1965 (circa 500 ha groot).
Ter beslechting van een geschil gerezen in 1754 tussen de magistraat van het Ambacht van Assenede en de magistraat van het Ambacht van Axel betreffende de grenzen van hun jurisdictie in de wijk Overslag werd op 13 juli 1768 een conventie getekend te Gent. Volgens deze conventie werd overeengekomen veertien grenspalen te plaatsen te Overslag tussen de Sint-Elooipolder (ten westen) en de Zoute Vaart (ten oosten), die de grens zouden vastleggen tussen de Republiek der zeven provinciën of de Noordelijke Nederlanden en de Oostenrijkse of Zuidelijke Nederlanden. De grenspalen werden in 1770 geplaatst. Vier grenspalen bleven te Overslag op de Belgisch-Nederlandse grens bewaard: aan Overslagdijk nummer 23, Overslag nummer 32, Overslag nummer 74 en aan de Kaaidijk bij de Zoute Vaart tussen Overslag nummer 74 en Papdijk nummer 2; laatstgenoemde grenspaal is de enige die op zijn oorspronkelijke plaats bleef staan. Een vijfde grenspaal werd overgebracht naar de voortuin van de "Oude Vierschaar" aan Dorp nummer 54. Deze zogenaamde "Oostenrijkse" grenspalen zijn elegante vierkante arduinen palen die lichtjes versmallen naar boven toe en bovenaan eindigen op een afgeknotte geprofileerde top. Aan de Nederlandse zijde draagt de grenspaal in reliëf een ovaal medaillon met een gekroonde klauwende Nederlandse leeuw boven de inscriptie "Haar Hoog Mogende". Op de tegenovergestelde zijde of de Belgische kant staat eveneens in reliëf een medaillon met de Oostenrijkse "dubbele" arena boven de inscriptie "Oostenryk". Aan de Belgisch-Nederlandse grens in het noorden van Wachtebeke staan nog eens tien grenspalen die deel uitmaken van een reeks van 369 palen geplaatst aan heel de grens tussen Nederland en België ingevolge een traktaat van Maastricht van 8 augustus 1843. Kegelvormige witgeschilderde gietijzeren grenspalen op achtkantige basis met peervormige top; voorzien in reliëf van de zwartgeschilderde wapenschilden van België en Nederland, het jaartal 1843 en het paalnummer. De palen dragen het nummer 297 tot en met het nummer 306. Bij het douanekantoor van Overslag staan de grenspalen 298 en 299 aan weerszij van de openbare weg.
Bron: LANCLUS K. & VERBEECK M. 1993: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Evergem - Lochristi, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12n4, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Op 1 januari 2025 fusioneren Wachtebeke en Lochristi tot de gemeente Lochristi.
Omvat
Axelsvaardeken
Omvat
Bareelwachterswoning
Omvat
Bedrijfsgebouw van hoeve
Omvat
Boerenarbeiderswoning
Omvat
Boerenburgerhuis
Omvat
Boerenwoning
Omvat
Boerenwoning
Omvat
Dorp
Omvat
Gemeenteschool
Omvat
Grenspaal uit 1770
Omvat
Heidebos
Omvat
Herenhoeve
Omvat
Hoeve
Omvat
Hoeve
Omvat
Hoeve
Omvat
Hoeve
Omvat
Jachtwachterswoning
Omvat
Kalve
Omvat
Kalvebrug
Omvat
Langelede
Omvat
Meersstraat
Omvat
Moervaartdepressie
Omvat
Molenstraat
Omvat
Oudeburgse Sluis
Omvat
Overslag
Omvat
Puyenbrug
Omvat
Rustoord De Mey
Omvat
Sint-Elooipolder
Omvat
Walderdonk
Omvat
Warandewijk
Omvat
Woning Den Beestenhof
Is deel van
Kantons Evergem en Lochristi
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Wachtebeke [online], https://id.erfgoed.net/themas/14181 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.